Vertaling van jag

Inhoud:

Zweeds
Nederlands
jag {pers. vnw.}
'k
ik 


Voorbeelden in zinsverband

Zweeds
Nederlands

Jag diskar.

Ik ben de afwas aan het doen.

Jag kommer.

Ik kom.

Jag betalar.

Ik betaal.

Jag läser.

Ik lees.

Jag önskar att jag vore ung igen.

Ik zou willen opnieuw jong zijn.

Jag vet inte vad jag ska säga.

Ik heb er geen woorden voor.

Jag heter Henry.

Mijn naam is Henry.

Jag använder Twitter.

Ik gebruik Twitter.

Jag är en doktor.

Ik ben arts.

Jag älskar äpplen.

Ik hou van appels.

Jag behöver mer tid.

Ik heb meer tijd nodig.

Jag kommer från Norge.

Ik kom uit Noorwegen.

Jag kunde inte somna.

Ik kon niet in slaap raken.

Jag har ryggproblem.

Ik heb rugklachten.

Jag heter Jack.

Ik heet Jack.