Vertaling van knacka

Inhoud:

Zweeds
Nederlands
knacka {ww.}
opvallen
kloppen 
slaan
klappen
avbryta, bryta, knäcka {ww.}
verbreken
stukbreken
schenden
doorbreken
afbreken 
breken 


Gerelateerd aan knacka

avbryta - bryta - knäcka