Vertaling van min
Inhoud:
Zweeds
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Zweeds
Nederlands
Min far älskar min mor.
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Han är min bror, inte min far.
Hij is mijn broer, niet mijn vader.
De stal min vinflaska!
Ze stalen mijn fles wijn!
Bob är min kompis.
Bob is mijn vriend.
Min bror är lärare.
Mijn broer is leraar.
Han är min bror.
Hij is mijn broer.
Det är min bok.
Het boek is van mij.
Detta är min dator.
Hierdie is my rekenaar.
Jag älskar min mamma.
Ik hou van mijn moeder.
Detta är min bil.
Dit is mijn auto.
Min hund är vit.
Mijn hond is wit.
Hon är min flickvän.
Ze is mijn vriendin.
Låt mig ringa min advokat.
Laat mij mijn advocaat opbellen.
Min rygg gör fortfarande ont.
Mijn rug doet nog steeds pijn.
Den här hunden är min.
Deze hond is van mij.