Vertaling van var
Inhoud:
Zweeds
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Zweeds
Nederlands
Var är han?
Waar is hij?
Var är Tom född?
Waar is Tom geboren?
Jag var lärare.
Ik was lerares.
Var fann du Tom?
Waar heb je Tom gevonden?
Han var väldigt trött.
Hij was erg moe.
Hon var modig.
Ze was dapper.
Var gör det ont?
Waar doet het pijn?
Var ligger flygplatsen?
Waar is de luchthaven?
Var ligger er skola?
Waar is je school?
Hur var det?
Hoe was het?
Han var modig.
Hij was dapper.
Var ligger Mississippi?
Waar is Mississippi?
Var är ingången?
Waar is de ingang?
Tack, det var allt.
Bedankt, dat is alles.
Var bor ni nu?
Waar woont u nu?