Vervoeging van entnehmen
Onbepaalde wijs (infinitief): entnehmen
Duits
Nederlands
Präsens Indikativ
- ich entnehme
- du entnimmst
- er/sie/es entnimmt
- wir entnehmen
- ihr entnehmt
- sie entnehmen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik licht uit
- jij licht uit
- hij/zij/het licht uit
- wij lichten uit
- jullie lichten uit
- zij lichten uit
Präteritum Indikativ
- ich entnahm
- du entnahmst
- er/sie/es entnahm
- wir entnahmen
- ihr entnahmt
- sie entnahmen
Onvoltooid verleden tijd
- ik lichtte uit
- jij lichtte uit
- hij/zij/het lichtte uit
- wij lichtten uit
- jullie lichtten uit
- zij lichtten uit
Perfekt Indikativ
- ich habe entnommen
- du hast entnommen
- er/sie/es hat entnommen
- wir haben entnommen
- ihr habt entnommen
- sie haben entnommen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgelicht
- jij hebt uitgelicht
- hij/zij/het heeft uitgelicht
- wij hebben uitgelicht
- jullie hebben uitgelicht
- zij hebben uitgelicht
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte entnommen
- du hattest entnommen
- er/sie/es hatte entnommen
- wir hatten entnommen
- ihr hattet entnommen
- sie hatten entnommen
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgelicht
- jij had uitgelicht
- hij/zij/het had uitgelicht
- wij hadden uitgelicht
- jullie hadden uitgelicht
- zij hadden uitgelicht
Futur I Indikativ
- ich werde entnehmen
- du wirst entnehmen
- er/sie/es wird entnehmen
- wir werden entnehmen
- ihr werdet entnehmen
- sie werden entnehmen
Toekomende tijd I
- ik zal uitlichten
- jij zult uitlichten
- hij/zij/het zal uitlichten
- wij zullen uitlichten
- jullie zullen uitlichten
- zij zullen uitlichten
Futur II Indikativ
- ich werde entnommen haben
- du wirst entnommen haben
- er/sie/es wird entnommen haben
- wir werden entnommen haben
- ihr werdet entnommen haben
- sie werden entnommen haben
Toekomende tijd II
- ik zal uitgelicht hebben
- jij zult uitgelicht hebben
- hij/zij/het zal uitgelicht hebben
- wij zullen uitgelicht hebben
- jullie zullen uitgelicht hebben
- zij zullen uitgelicht hebben
Futur I Konjunktiv II
- ich würde entnehmen
- du würdest entnehmen
- er/sie/es würde entnehmen
- wir würden entnehmen
- ihr würdet entnehmen
- sie würden entnehmen
Conditionalis I
- ik zou uitlichten
- jij zou uitlichten
- hij/zij/het zou uitlichten
- wij zouden uitlichten
- jullie zouden uitlichten
- zij zouden uitlichten
Futur II Konjunktiv II
- ich würde entnommen haben
- du würdest entnommen haben
- er/sie/es würde entnommen haben
- wir würden entnommen haben
- ihr würdet entnommen haben
- sie würden entnommen haben
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgelicht
- jij zou hebben uitgelicht
- hij/zij/het zou hebben uitgelicht
- wij zouden hebben uitgelicht
- jullie zouden hebben uitgelicht
- zij zouden hebben uitgelicht
Imperativ
- du entnimm
- ihr entnehmt
Imperatief
- jij licht uit
- jullie licht uit