Vervoeging van concern
Onbepaalde wijs (infinitief): to concern
Engels
Nederlands
Present
- I concern
- you concern
- he/she/it concerns
- we concern
- you concern
- they concern
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ga aan
- jij gaat aan
- hij/zij/het gaat aan
- wij gaan aan
- jullie gaan aan
- zij gaan aan
Simple past
- I concerned
- you concerned
- he/she/it concerned
- we concerned
- you concerned
- they concerned
Onvoltooid verleden tijd
- ik ging aan
- jij ging aan
- hij/zij/het ging aan
- wij gingen aan
- jullie gingen aan
- zij gingen aan
Present perfect
- I have concerned
- you have concerned
- he/she/it has concerned
- we have concerned
- you have concerned
- they have concerned
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangegaan
- jij hebt aangegaan
- hij/zij/het heeft aangegaan
- wij hebben aangegaan
- jullie hebben aangegaan
- zij hebben aangegaan
Past perfect
- I had concerned
- you had concerned
- he/she/it had concerned
- we had concerned
- you had concerned
- they had concerned
Voltooid verleden tijd
- ik had aangegaan
- jij had aangegaan
- hij/zij/het had aangegaan
- wij hadden aangegaan
- jullie hadden aangegaan
- zij hadden aangegaan
Future
- I will concern
- you will concern
- he/she/it will concern
- we will concern
- you will concern
- they will concern
Toekomende tijd I
- ik zal aangaan
- jij zult aangaan
- hij/zij/het zal aangaan
- wij zullen aangaan
- jullie zullen aangaan
- zij zullen aangaan
Future perfect
- I will have concerned
- you will have concerned
- he/she/it will have concerned
- we will have concerned
- you will have concerned
- they will have concerned
Toekomende tijd II
- ik zal aangegaan hebben
- jij zult aangegaan hebben
- hij/zij/het zal aangegaan hebben
- wij zullen aangegaan hebben
- jullie zullen aangegaan hebben
- zij zullen aangegaan hebben
Conditional present
- I would concern
- you would concern
- he/she/it would concern
- we would concern
- you would concern
- they would concern
Conditionalis I
- ik zou aangaan
- jij zou aangaan
- hij/zij/het zou aangaan
- wij zouden aangaan
- jullie zouden aangaan
- zij zouden aangaan
Conditional perfect
- I would have concerned
- you would have concerned
- he/she/it would have concerned
- we would have concerned
- you would have concerned
- they would have concerned
Conditionalis II
- ik zou hebben aangegaan
- jij zou hebben aangegaan
- hij/zij/het zou hebben aangegaan
- wij zouden hebben aangegaan
- jullie zouden hebben aangegaan
- zij zouden hebben aangegaan
Imperative
- you concern
- you concern
Imperatief
- jij ga aan
- jullie gaat aan