Vervoeging van contravene
Onbepaalde wijs (infinitief): to contravene
Engels
Nederlands
Present
- I contravene
- you contravene
- he/she/it contravenes
- we contravene
- you contravene
- they contravene
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik spreek tegen
- jij spreekt tegen
- hij/zij/het spreekt tegen
- wij spreken tegen
- jullie spreken tegen
- zij spreken tegen
Simple past
- I contravened
- you contravened
- he/she/it contravened
- we contravened
- you contravened
- they contravened
Onvoltooid verleden tijd
- ik sprak tegen
- jij sprak tegen
- hij/zij/het sprak tegen
- wij spraken tegen
- jullie spraken tegen
- zij spraken tegen
Present perfect
- I have contravened
- you have contravened
- he/she/it has contravened
- we have contravened
- you have contravened
- they have contravened
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb tegengesproken
- jij hebt tegengesproken
- hij/zij/het heeft tegengesproken
- wij hebben tegengesproken
- jullie hebben tegengesproken
- zij hebben tegengesproken
Past perfect
- I had contravened
- you had contravened
- he/she/it had contravened
- we had contravened
- you had contravened
- they had contravened
Voltooid verleden tijd
- ik had tegengesproken
- jij had tegengesproken
- hij/zij/het had tegengesproken
- wij hadden tegengesproken
- jullie hadden tegengesproken
- zij hadden tegengesproken
Future
- I will contravene
- you will contravene
- he/she/it will contravene
- we will contravene
- you will contravene
- they will contravene
Toekomende tijd I
- ik zal tegenspreken
- jij zult tegenspreken
- hij/zij/het zal tegenspreken
- wij zullen tegenspreken
- jullie zullen tegenspreken
- zij zullen tegenspreken
Future perfect
- I will have contravened
- you will have contravened
- he/she/it will have contravened
- we will have contravened
- you will have contravened
- they will have contravened
Toekomende tijd II
- ik zal tegengesproken hebben
- jij zult tegengesproken hebben
- hij/zij/het zal tegengesproken hebben
- wij zullen tegengesproken hebben
- jullie zullen tegengesproken hebben
- zij zullen tegengesproken hebben
Conditional present
- I would contravene
- you would contravene
- he/she/it would contravene
- we would contravene
- you would contravene
- they would contravene
Conditionalis I
- ik zou tegenspreken
- jij zou tegenspreken
- hij/zij/het zou tegenspreken
- wij zouden tegenspreken
- jullie zouden tegenspreken
- zij zouden tegenspreken
Conditional perfect
- I would have contravened
- you would have contravened
- he/she/it would have contravened
- we would have contravened
- you would have contravened
- they would have contravened
Conditionalis II
- ik zou hebben tegengesproken
- jij zou hebben tegengesproken
- hij/zij/het zou hebben tegengesproken
- wij zouden hebben tegengesproken
- jullie zouden hebben tegengesproken
- zij zouden hebben tegengesproken
Imperative
- you contravene
- you contravene
Imperatief
- jij spreek tegen
- jullie spreekt tegen