Vervoeging van deserve
Onbepaalde wijs (infinitief): to deserve
Engels
Nederlands
Present
- I deserve
- you deserve
- he/she/it deserves
- we deserve
- you deserve
- they deserve
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verdien
- jij verdient
- hij/zij/het verdient
- wij verdienen
- jullie verdienen
- zij verdienen
Simple past
- I deserved
- you deserved
- he/she/it deserved
- we deserved
- you deserved
- they deserved
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdiende
- jij verdiende
- hij/zij/het verdiende
- wij verdienden
- jullie verdienden
- zij verdienden
Present perfect
- I have deserved
- you have deserved
- he/she/it has deserved
- we have deserved
- you have deserved
- they have deserved
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verdiend
- jij hebt verdiend
- hij/zij/het heeft verdiend
- wij hebben verdiend
- jullie hebben verdiend
- zij hebben verdiend
Past perfect
- I had deserved
- you had deserved
- he/she/it had deserved
- we had deserved
- you had deserved
- they had deserved
Voltooid verleden tijd
- ik had verdiend
- jij had verdiend
- hij/zij/het had verdiend
- wij hadden verdiend
- jullie hadden verdiend
- zij hadden verdiend
Future
- I will deserve
- you will deserve
- he/she/it will deserve
- we will deserve
- you will deserve
- they will deserve
Toekomende tijd I
- ik zal verdienen
- jij zult verdienen
- hij/zij/het zal verdienen
- wij zullen verdienen
- jullie zullen verdienen
- zij zullen verdienen
Future perfect
- I will have deserved
- you will have deserved
- he/she/it will have deserved
- we will have deserved
- you will have deserved
- they will have deserved
Toekomende tijd II
- ik zal verdiend hebben
- jij zult verdiend hebben
- hij/zij/het zal verdiend hebben
- wij zullen verdiend hebben
- jullie zullen verdiend hebben
- zij zullen verdiend hebben
Conditional present
- I would deserve
- you would deserve
- he/she/it would deserve
- we would deserve
- you would deserve
- they would deserve
Conditionalis I
- ik zou verdienen
- jij zou verdienen
- hij/zij/het zou verdienen
- wij zouden verdienen
- jullie zouden verdienen
- zij zouden verdienen
Conditional perfect
- I would have deserved
- you would have deserved
- he/she/it would have deserved
- we would have deserved
- you would have deserved
- they would have deserved
Conditionalis II
- ik zou hebben verdiend
- jij zou hebben verdiend
- hij/zij/het zou hebben verdiend
- wij zouden hebben verdiend
- jullie zouden hebben verdiend
- zij zouden hebben verdiend
Imperative
- you deserve
- you deserve
Imperatief
- jij verdien
- jullie verdient