Vervoeging van foal
Onbepaalde wijs (infinitief): to foal
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it foals
- they foal
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het veulent
- zij veulenen
Simple past
- he/she/it foaled
- they foaled
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het veulende
- zij veulenden
Present perfect
- he/she/it has foaled
- they have foaled
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft geveulend
- zij hebben geveulend
Past perfect
- he/she/it had foaled
- they had foaled
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had geveulend
- zij hadden geveulend
Future
- he/she/it will foal
- they will foal
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal veulenen
- zij zult veulenen
Future perfect
- he/she/it will have foaled
- they will have foaled
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal geveulend hebben
- zij zult geveulend hebben
Conditional present
- he/she/it would foal
- they would foal
Conditionalis I
- hij/zij/het zal veulenen
- zij zullen veulenen
Conditional perfect
- he/she/it would have foaled
- they would have foaled
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben geveulend
- zij zullen hebben geveulend