Vervoeging van follow
Onbepaalde wijs (infinitief): to follow
39 alternatieve vertalingen
- aannemen
- accompagneren
- achteraangaan
- achternagaan
- achternarijden
- adopteren
- backen
- begeleiden
- bewandelen
- bijbenen
- bijhouden
- calqueren
- dekken
- eerbiedigen
- houden
- meelopen
- nagaan
- nakijken
- nakomen
- naleven
- nareizen
- narijden
- nastreven
- navolgen
- nazien
- oppassen
- opvolgen
- overhalen
- overtekenen
- overtrekken
- persecuteren
- respecteren
- spiegelen
- toekijken
- toezien
- vasthouden
- vervolgen
- voortkomen
- voortvloeien
Engels
Nederlands
Present
- I follow
- you follow
- he/she/it follows
- we follow
- you follow
- they follow
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik volg
- jij volgt
- hij/zij/het volgt
- wij volgen
- jullie volgen
- zij volgen
Simple past
- I followed
- you followed
- he/she/it followed
- we followed
- you followed
- they followed
Onvoltooid verleden tijd
- ik volgde
- jij volgde
- hij/zij/het volgde
- wij volgden
- jullie volgden
- zij volgden
Present perfect
- I have followed
- you have followed
- he/she/it has followed
- we have followed
- you have followed
- they have followed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gevolgd
- jij hebt gevolgd
- hij/zij/het heeft gevolgd
- wij hebben gevolgd
- jullie hebben gevolgd
- zij hebben gevolgd
Past perfect
- I had followed
- you had followed
- he/she/it had followed
- we had followed
- you had followed
- they had followed
Voltooid verleden tijd
- ik had gevolgd
- jij had gevolgd
- hij/zij/het had gevolgd
- wij hadden gevolgd
- jullie hadden gevolgd
- zij hadden gevolgd
Future
- I will follow
- you will follow
- he/she/it will follow
- we will follow
- you will follow
- they will follow
Toekomende tijd I
- ik zal volgen
- jij zult volgen
- hij/zij/het zal volgen
- wij zullen volgen
- jullie zullen volgen
- zij zullen volgen
Future perfect
- I will have followed
- you will have followed
- he/she/it will have followed
- we will have followed
- you will have followed
- they will have followed
Toekomende tijd II
- ik zal gevolgd hebben
- jij zult gevolgd hebben
- hij/zij/het zal gevolgd hebben
- wij zullen gevolgd hebben
- jullie zullen gevolgd hebben
- zij zullen gevolgd hebben
Conditional present
- I would follow
- you would follow
- he/she/it would follow
- we would follow
- you would follow
- they would follow
Conditionalis I
- ik zou volgen
- jij zou volgen
- hij/zij/het zou volgen
- wij zouden volgen
- jullie zouden volgen
- zij zouden volgen
Conditional perfect
- I would have followed
- you would have followed
- he/she/it would have followed
- we would have followed
- you would have followed
- they would have followed
Conditionalis II
- ik zou hebben gevolgd
- jij zou hebben gevolgd
- hij/zij/het zou hebben gevolgd
- wij zouden hebben gevolgd
- jullie zouden hebben gevolgd
- zij zouden hebben gevolgd
Imperative
- you follow
- you follow
Imperatief
- jij volg
- jullie volgt