Vervoeging van invalid

Engels

Nederlands

Present

  • I invalid
  • you invalid
  • he/she/it invalids
  • we invalid
  • you invalid
  • they invalid

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verjaar
  • jij verjaart
  • hij/zij/het verjaart
  • wij verjaren
  • jullie verjaren
  • zij verjaren

Simple past

  • I invalided
  • you invalided
  • he/she/it invalided
  • we invalided
  • you invalided
  • they invalided

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verjaarde
  • jij verjaarde
  • hij/zij/het verjaarde
  • wij verjaarden
  • jullie verjaarden
  • zij verjaarden

Present perfect

  • I have invalided
  • you have invalided
  • he/she/it has invalided
  • we have invalided
  • you have invalided
  • they have invalided

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben verjaard
  • jij bent verjaard
  • hij/zij/het is verjaard
  • wij zijn verjaard
  • jullie zijn verjaard
  • zij zijn verjaard

Past perfect

  • I had invalided
  • you had invalided
  • he/she/it had invalided
  • we had invalided
  • you had invalided
  • they had invalided

Voltooid verleden tijd

  • ik was verjaard
  • jij was verjaard
  • hij/zij/het was verjaard
  • wij waren verjaard
  • jullie waren verjaard
  • zij waren verjaard

Future

  • I will invalid
  • you will invalid
  • he/she/it will invalid
  • we will invalid
  • you will invalid
  • they will invalid

Toekomende tijd I

  • ik zal verjaren
  • jij zult verjaren
  • hij/zij/het zal verjaren
  • wij zullen verjaren
  • jullie zullen verjaren
  • zij zullen verjaren

Future perfect

  • I will have invalided
  • you will have invalided
  • he/she/it will have invalided
  • we will have invalided
  • you will have invalided
  • they will have invalided

Toekomende tijd II

  • ik zal verjaard zijn
  • jij zult verjaard zijn
  • hij/zij/het zal verjaard zijn
  • wij zullen verjaard zijn
  • jullie zullen verjaard zijn
  • zij zullen verjaard zijn

Conditional present

  • I would invalid
  • you would invalid
  • he/she/it would invalid
  • we would invalid
  • you would invalid
  • they would invalid

Conditionalis I

  • ik zou verjaren
  • jij zou verjaren
  • hij/zij/het zou verjaren
  • wij zouden verjaren
  • jullie zouden verjaren
  • zij zouden verjaren

Conditional perfect

  • I would have invalided
  • you would have invalided
  • he/she/it would have invalided
  • we would have invalided
  • you would have invalided
  • they would have invalided

Conditionalis II

  • ik zou zijn verjaard
  • jij zou zijn verjaard
  • hij/zij/het zou zijn verjaard
  • wij zouden zijn verjaard
  • jullie zouden zijn verjaard
  • zij zouden zijn verjaard

Imperative

  • you invalid
  • you invalid

Imperatief

  • jij verjaar
  • jullie verjaart

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van invalid