Vervoeging van invigorate
Onbepaalde wijs (infinitief): to invigorate
Engels
Nederlands
Present
- I invigorate
- you invigorate
- he/she/it invigorates
- we invigorate
- you invigorate
- they invigorate
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik animeer
- jij animeert
- hij/zij/het animeert
- wij animeren
- jullie animeren
- zij animeren
Simple past
- I invigorated
- you invigorated
- he/she/it invigorated
- we invigorated
- you invigorated
- they invigorated
Onvoltooid verleden tijd
- ik animeerde
- jij animeerde
- hij/zij/het animeerde
- wij animeerden
- jullie animeerden
- zij animeerden
Present perfect
- I have invigorated
- you have invigorated
- he/she/it has invigorated
- we have invigorated
- you have invigorated
- they have invigorated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geanimeerd
- jij hebt geanimeerd
- hij/zij/het heeft geanimeerd
- wij hebben geanimeerd
- jullie hebben geanimeerd
- zij hebben geanimeerd
Past perfect
- I had invigorated
- you had invigorated
- he/she/it had invigorated
- we had invigorated
- you had invigorated
- they had invigorated
Voltooid verleden tijd
- ik had geanimeerd
- jij had geanimeerd
- hij/zij/het had geanimeerd
- wij hadden geanimeerd
- jullie hadden geanimeerd
- zij hadden geanimeerd
Future
- I will invigorate
- you will invigorate
- he/she/it will invigorate
- we will invigorate
- you will invigorate
- they will invigorate
Toekomende tijd I
- ik zal animeren
- jij zult animeren
- hij/zij/het zal animeren
- wij zullen animeren
- jullie zullen animeren
- zij zullen animeren
Future perfect
- I will have invigorated
- you will have invigorated
- he/she/it will have invigorated
- we will have invigorated
- you will have invigorated
- they will have invigorated
Toekomende tijd II
- ik zal geanimeerd hebben
- jij zult geanimeerd hebben
- hij/zij/het zal geanimeerd hebben
- wij zullen geanimeerd hebben
- jullie zullen geanimeerd hebben
- zij zullen geanimeerd hebben
Conditional present
- I would invigorate
- you would invigorate
- he/she/it would invigorate
- we would invigorate
- you would invigorate
- they would invigorate
Conditionalis I
- ik zou animeren
- jij zou animeren
- hij/zij/het zou animeren
- wij zouden animeren
- jullie zouden animeren
- zij zouden animeren
Conditional perfect
- I would have invigorated
- you would have invigorated
- he/she/it would have invigorated
- we would have invigorated
- you would have invigorated
- they would have invigorated
Conditionalis II
- ik zou hebben geanimeerd
- jij zou hebben geanimeerd
- hij/zij/het zou hebben geanimeerd
- wij zouden hebben geanimeerd
- jullie zouden hebben geanimeerd
- zij zouden hebben geanimeerd
Imperative
- you invigorate
- you invigorate
Imperatief
- jij animeer
- jullie animeert