Vervoeging van launch
Onbepaalde wijs (infinitief): to launch
Engels
Nederlands
Present
- I launch
- you launch
- he/she/it launches
- we launch
- you launch
- they launch
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lanceer
- jij lanceert
- hij/zij/het lanceert
- wij lanceren
- jullie lanceren
- zij lanceren
Simple past
- I launched
- you launched
- he/she/it launched
- we launched
- you launched
- they launched
Onvoltooid verleden tijd
- ik lanceerde
- jij lanceerde
- hij/zij/het lanceerde
- wij lanceerden
- jullie lanceerden
- zij lanceerden
Present perfect
- I have launched
- you have launched
- he/she/it has launched
- we have launched
- you have launched
- they have launched
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gelanceerd
- jij hebt gelanceerd
- hij/zij/het heeft gelanceerd
- wij hebben gelanceerd
- jullie hebben gelanceerd
- zij hebben gelanceerd
Past perfect
- I had launched
- you had launched
- he/she/it had launched
- we had launched
- you had launched
- they had launched
Voltooid verleden tijd
- ik had gelanceerd
- jij had gelanceerd
- hij/zij/het had gelanceerd
- wij hadden gelanceerd
- jullie hadden gelanceerd
- zij hadden gelanceerd
Future
- I will launch
- you will launch
- he/she/it will launch
- we will launch
- you will launch
- they will launch
Toekomende tijd I
- ik zal lanceren
- jij zult lanceren
- hij/zij/het zal lanceren
- wij zullen lanceren
- jullie zullen lanceren
- zij zullen lanceren
Future perfect
- I will have launched
- you will have launched
- he/she/it will have launched
- we will have launched
- you will have launched
- they will have launched
Toekomende tijd II
- ik zal gelanceerd hebben
- jij zult gelanceerd hebben
- hij/zij/het zal gelanceerd hebben
- wij zullen gelanceerd hebben
- jullie zullen gelanceerd hebben
- zij zullen gelanceerd hebben
Conditional present
- I would launch
- you would launch
- he/she/it would launch
- we would launch
- you would launch
- they would launch
Conditionalis I
- ik zou lanceren
- jij zou lanceren
- hij/zij/het zou lanceren
- wij zouden lanceren
- jullie zouden lanceren
- zij zouden lanceren
Conditional perfect
- I would have launched
- you would have launched
- he/she/it would have launched
- we would have launched
- you would have launched
- they would have launched
Conditionalis II
- ik zou hebben gelanceerd
- jij zou hebben gelanceerd
- hij/zij/het zou hebben gelanceerd
- wij zouden hebben gelanceerd
- jullie zouden hebben gelanceerd
- zij zouden hebben gelanceerd
Imperative
- you launch
- you launch
Imperatief
- jij lanceer
- jullie lanceert