Vervoeging van rape

Engels

Nederlands

Present

  • I rape
  • you rape
  • he/she/it rapes
  • we rape
  • you rape
  • they rape

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verkracht
  • jij verkracht
  • hij/zij/het verkracht
  • wij verkrachten
  • jullie verkrachten
  • zij verkrachten

Simple past

  • I raped
  • you raped
  • he/she/it raped
  • we raped
  • you raped
  • they raped

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verkrachtte
  • jij verkrachtte
  • hij/zij/het verkrachtte
  • wij verkrachtten
  • jullie verkrachtten
  • zij verkrachtten

Present perfect

  • I have raped
  • you have raped
  • he/she/it has raped
  • we have raped
  • you have raped
  • they have raped

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verkracht
  • jij hebt verkracht
  • hij/zij/het heeft verkracht
  • wij hebben verkracht
  • jullie hebben verkracht
  • zij hebben verkracht

Past perfect

  • I had raped
  • you had raped
  • he/she/it had raped
  • we had raped
  • you had raped
  • they had raped

Voltooid verleden tijd

  • ik had verkracht
  • jij had verkracht
  • hij/zij/het had verkracht
  • wij hadden verkracht
  • jullie hadden verkracht
  • zij hadden verkracht

Future

  • I will rape
  • you will rape
  • he/she/it will rape
  • we will rape
  • you will rape
  • they will rape

Toekomende tijd I

  • ik zal verkrachten
  • jij zult verkrachten
  • hij/zij/het zal verkrachten
  • wij zullen verkrachten
  • jullie zullen verkrachten
  • zij zullen verkrachten

Future perfect

  • I will have raped
  • you will have raped
  • he/she/it will have raped
  • we will have raped
  • you will have raped
  • they will have raped

Toekomende tijd II

  • ik zal verkracht hebben
  • jij zult verkracht hebben
  • hij/zij/het zal verkracht hebben
  • wij zullen verkracht hebben
  • jullie zullen verkracht hebben
  • zij zullen verkracht hebben

Conditional present

  • I would rape
  • you would rape
  • he/she/it would rape
  • we would rape
  • you would rape
  • they would rape

Conditionalis I

  • ik zou verkrachten
  • jij zou verkrachten
  • hij/zij/het zou verkrachten
  • wij zouden verkrachten
  • jullie zouden verkrachten
  • zij zouden verkrachten

Conditional perfect

  • I would have raped
  • you would have raped
  • he/she/it would have raped
  • we would have raped
  • you would have raped
  • they would have raped

Conditionalis II

  • ik zou hebben verkracht
  • jij zou hebben verkracht
  • hij/zij/het zou hebben verkracht
  • wij zouden hebben verkracht
  • jullie zouden hebben verkracht
  • zij zouden hebben verkracht

Imperative

  • you rape
  • you rape

Imperatief

  • jij verkracht
  • jullie verkracht

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van rape