Vervoeging van unsex
Onbepaalde wijs (infinitief): to unsex
Engels
Nederlands
Present
- I unsex
- you unsex
- he/she/it unsexes
- we unsex
- you unsex
- they unsex
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik steriliseer
- jij steriliseert
- hij/zij/het steriliseert
- wij steriliseren
- jullie steriliseren
- zij steriliseren
Simple past
- I unsexed
- you unsexed
- he/she/it unsexed
- we unsexed
- you unsexed
- they unsexed
Onvoltooid verleden tijd
- ik steriliseerde
- jij steriliseerde
- hij/zij/het steriliseerde
- wij steriliseerden
- jullie steriliseerden
- zij steriliseerden
Present perfect
- I have unsexed
- you have unsexed
- he/she/it has unsexed
- we have unsexed
- you have unsexed
- they have unsexed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesteriliseerd
- jij hebt gesteriliseerd
- hij/zij/het heeft gesteriliseerd
- wij hebben gesteriliseerd
- jullie hebben gesteriliseerd
- zij hebben gesteriliseerd
Past perfect
- I had unsexed
- you had unsexed
- he/she/it had unsexed
- we had unsexed
- you had unsexed
- they had unsexed
Voltooid verleden tijd
- ik had gesteriliseerd
- jij had gesteriliseerd
- hij/zij/het had gesteriliseerd
- wij hadden gesteriliseerd
- jullie hadden gesteriliseerd
- zij hadden gesteriliseerd
Future
- I will unsex
- you will unsex
- he/she/it will unsex
- we will unsex
- you will unsex
- they will unsex
Toekomende tijd I
- ik zal steriliseren
- jij zult steriliseren
- hij/zij/het zal steriliseren
- wij zullen steriliseren
- jullie zullen steriliseren
- zij zullen steriliseren
Future perfect
- I will have unsexed
- you will have unsexed
- he/she/it will have unsexed
- we will have unsexed
- you will have unsexed
- they will have unsexed
Toekomende tijd II
- ik zal gesteriliseerd hebben
- jij zult gesteriliseerd hebben
- hij/zij/het zal gesteriliseerd hebben
- wij zullen gesteriliseerd hebben
- jullie zullen gesteriliseerd hebben
- zij zullen gesteriliseerd hebben
Conditional present
- I would unsex
- you would unsex
- he/she/it would unsex
- we would unsex
- you would unsex
- they would unsex
Conditionalis I
- ik zou steriliseren
- jij zou steriliseren
- hij/zij/het zou steriliseren
- wij zouden steriliseren
- jullie zouden steriliseren
- zij zouden steriliseren
Conditional perfect
- I would have unsexed
- you would have unsexed
- he/she/it would have unsexed
- we would have unsexed
- you would have unsexed
- they would have unsexed
Conditionalis II
- ik zou hebben gesteriliseerd
- jij zou hebben gesteriliseerd
- hij/zij/het zou hebben gesteriliseerd
- wij zouden hebben gesteriliseerd
- jullie zouden hebben gesteriliseerd
- zij zouden hebben gesteriliseerd
Imperative
- you unsex
- you unsex
Imperatief
- jij steriliseer
- jullie steriliseert