Vervoeging van atenuar

Spaans

Nederlands

Indicativo presente

  • yo atenúo
  • atenúas
  • él/ella atenúa
  • nosotros atenuamos
  • vosotros atenuáis
  • ellos/ellas atenúan

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verlicht
  • jij verlicht
  • hij/zij/het verlicht
  • wij verlichten
  • jullie verlichten
  • zij verlichten

Indefinido

  • yo atenué
  • atenuaste
  • él/ella atenuó
  • nosotros atenuamos
  • vosotros atenuasteis
  • ellos/ellas atenuaron

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verlichtte
  • jij verlichtte
  • hij/zij/het verlichtte
  • wij verlichtten
  • jullie verlichtten
  • zij verlichtten

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he atenuado
  • has atenuado
  • él/ella ha atenuado
  • nosotros hemos atenuado
  • vosotros habéis atenuado
  • ellos/ellas han atenuado

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verlicht
  • jij hebt verlicht
  • hij/zij/het heeft verlicht
  • wij hebben verlicht
  • jullie hebben verlicht
  • zij hebben verlicht

Pluscuamperfecto

  • yo había atenuado
  • habías atenuado
  • él/ella había atenuado
  • nosotros habíamos atenuado
  • vosotros habíais atenuado
  • ellos/ellas habían atenuado

Voltooid verleden tijd

  • ik had verlicht
  • jij had verlicht
  • hij/zij/het had verlicht
  • wij hadden verlicht
  • jullie hadden verlicht
  • zij hadden verlicht

Futuro I

  • yo atenuaré
  • atenuarás
  • él/ella atenuará
  • nosotros atenuaremos
  • vosotros atenuaréis
  • ellos/ellas atenuarán

Toekomende tijd I

  • ik zal verlichten
  • jij zult verlichten
  • hij/zij/het zal verlichten
  • wij zullen verlichten
  • jullie zullen verlichten
  • zij zullen verlichten

Futuro perfecto

  • yo habré atenuado
  • habrás atenuado
  • él/ella habrá atenuado
  • nosotros habremos atenuado
  • vosotros habréis atenuado
  • ellos/ellas habrán atenuado

Toekomende tijd II

  • ik zal verlicht hebben
  • jij zult verlicht hebben
  • hij/zij/het zal verlicht hebben
  • wij zullen verlicht hebben
  • jullie zullen verlicht hebben
  • zij zullen verlicht hebben

Condicional

  • yo atenuaría
  • atenuarías
  • él/ella atenuaría
  • nosotros atenuaríamos
  • vosotros atenuaríais
  • ellos/ellas atenuarían

Conditionalis I

  • ik zou verlichten
  • jij zou verlichten
  • hij/zij/het zou verlichten
  • wij zouden verlichten
  • jullie zouden verlichten
  • zij zouden verlichten

Condicional perfecto

  • yo habría atenuado
  • habrías atenuado
  • él/ella habría atenuado
  • nosotros habríamos atenuado
  • vosotros habríais atenuado
  • ellos/ellas habrían atenuado

Conditionalis II

  • ik zou hebben verlicht
  • jij zou hebben verlicht
  • hij/zij/het zou hebben verlicht
  • wij zouden hebben verlicht
  • jullie zouden hebben verlicht
  • zij zouden hebben verlicht

Imperativo presente

  • atenúa
  • vosotros atenuad

Imperatief

  • jij verlicht
  • jullie verlicht