Vervoeging van considerar

Spaans

Nederlands

Indicativo presente

  • yo considero
  • consideras
  • él/ella considera
  • nosotros consideramos
  • vosotros consideráis
  • ellos/ellas consideran

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik beschouw
  • jij beschouwt
  • hij/zij/het beschouwt
  • wij beschouwen
  • jullie beschouwen
  • zij beschouwen

Indefinido

  • yo consideré
  • consideraste
  • él/ella consideró
  • nosotros consideramos
  • vosotros considerasteis
  • ellos/ellas consideraron

Onvoltooid verleden tijd

  • ik beschouwde
  • jij beschouwde
  • hij/zij/het beschouwde
  • wij beschouwden
  • jullie beschouwden
  • zij beschouwden

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he considerado
  • has considerado
  • él/ella ha considerado
  • nosotros hemos considerado
  • vosotros habéis considerado
  • ellos/ellas han considerado

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb beschouwd
  • jij hebt beschouwd
  • hij/zij/het heeft beschouwd
  • wij hebben beschouwd
  • jullie hebben beschouwd
  • zij hebben beschouwd

Pluscuamperfecto

  • yo había considerado
  • habías considerado
  • él/ella había considerado
  • nosotros habíamos considerado
  • vosotros habíais considerado
  • ellos/ellas habían considerado

Voltooid verleden tijd

  • ik had beschouwd
  • jij had beschouwd
  • hij/zij/het had beschouwd
  • wij hadden beschouwd
  • jullie hadden beschouwd
  • zij hadden beschouwd

Futuro I

  • yo consideraré
  • considerarás
  • él/ella considerará
  • nosotros consideraremos
  • vosotros consideraréis
  • ellos/ellas considerarán

Toekomende tijd I

  • ik zal beschouwen
  • jij zult beschouwen
  • hij/zij/het zal beschouwen
  • wij zullen beschouwen
  • jullie zullen beschouwen
  • zij zullen beschouwen

Futuro perfecto

  • yo habré considerado
  • habrás considerado
  • él/ella habrá considerado
  • nosotros habremos considerado
  • vosotros habréis considerado
  • ellos/ellas habrán considerado

Toekomende tijd II

  • ik zal beschouwd hebben
  • jij zult beschouwd hebben
  • hij/zij/het zal beschouwd hebben
  • wij zullen beschouwd hebben
  • jullie zullen beschouwd hebben
  • zij zullen beschouwd hebben

Condicional

  • yo consideraría
  • considerarías
  • él/ella consideraría
  • nosotros consideraríamos
  • vosotros consideraríais
  • ellos/ellas considerarían

Conditionalis I

  • ik zou beschouwen
  • jij zou beschouwen
  • hij/zij/het zou beschouwen
  • wij zouden beschouwen
  • jullie zouden beschouwen
  • zij zouden beschouwen

Condicional perfecto

  • yo habría considerado
  • habrías considerado
  • él/ella habría considerado
  • nosotros habríamos considerado
  • vosotros habríais considerado
  • ellos/ellas habrían considerado

Conditionalis II

  • ik zou hebben beschouwd
  • jij zou hebben beschouwd
  • hij/zij/het zou hebben beschouwd
  • wij zouden hebben beschouwd
  • jullie zouden hebben beschouwd
  • zij zouden hebben beschouwd

Imperativo presente

  • considera
  • vosotros considerad

Imperatief

  • jij beschouw
  • jullie beschouwt