Vervoeging van encubrir

Vertaling: helen

Spaans

Nederlands

Indicativo presente

  • yo encubro
  • encubres
  • él/ella encubre
  • nosotros encubrimos
  • vosotros encubrís
  • ellos/ellas encubren

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik heel
  • jij heelt
  • hij/zij/het heelt
  • wij helen
  • jullie helen
  • zij helen

Indefinido

  • yo encubrí
  • encubriste
  • él/ella encubrió
  • nosotros encubrimos
  • vosotros encubristeis
  • ellos/ellas encubrieron

Onvoltooid verleden tijd

  • ik heelde
  • jij heelde
  • hij/zij/het heelde
  • wij heelden
  • jullie heelden
  • zij heelden

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he encubierto
  • has encubierto
  • él/ella ha encubierto
  • nosotros hemos encubierto
  • vosotros habéis encubierto
  • ellos/ellas han encubierto

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geheeld
  • jij hebt geheeld
  • hij/zij/het heeft geheeld
  • wij hebben geheeld
  • jullie hebben geheeld
  • zij hebben geheeld

Pluscuamperfecto

  • yo había encubierto
  • habías encubierto
  • él/ella había encubierto
  • nosotros habíamos encubierto
  • vosotros habíais encubierto
  • ellos/ellas habían encubierto

Voltooid verleden tijd

  • ik had geheeld
  • jij had geheeld
  • hij/zij/het had geheeld
  • wij hadden geheeld
  • jullie hadden geheeld
  • zij hadden geheeld

Futuro I

  • yo encubriré
  • encubrirás
  • él/ella encubrirá
  • nosotros encubriremos
  • vosotros encubriréis
  • ellos/ellas encubrirán

Toekomende tijd I

  • ik zal helen
  • jij zult helen
  • hij/zij/het zal helen
  • wij zullen helen
  • jullie zullen helen
  • zij zullen helen

Futuro perfecto

  • yo habré encubierto
  • habrás encubierto
  • él/ella habrá encubierto
  • nosotros habremos encubierto
  • vosotros habréis encubierto
  • ellos/ellas habrán encubierto

Toekomende tijd II

  • ik zal geheeld hebben
  • jij zult geheeld hebben
  • hij/zij/het zal geheeld hebben
  • wij zullen geheeld hebben
  • jullie zullen geheeld hebben
  • zij zullen geheeld hebben

Condicional

  • yo encubriría
  • encubrirías
  • él/ella encubriría
  • nosotros encubriríamos
  • vosotros encubriríais
  • ellos/ellas encubrirían

Conditionalis I

  • ik zou helen
  • jij zou helen
  • hij/zij/het zou helen
  • wij zouden helen
  • jullie zouden helen
  • zij zouden helen

Condicional perfecto

  • yo habría encubierto
  • habrías encubierto
  • él/ella habría encubierto
  • nosotros habríamos encubierto
  • vosotros habríais encubierto
  • ellos/ellas habrían encubierto

Conditionalis II

  • ik zou hebben geheeld
  • jij zou hebben geheeld
  • hij/zij/het zou hebben geheeld
  • wij zouden hebben geheeld
  • jullie zouden hebben geheeld
  • zij zouden hebben geheeld

Imperativo presente

  • encubre
  • vosotros encubrid

Imperatief

  • jij heel
  • jullie heelt