Vervoeging van signer
Onbepaalde wijs (infinitief): signer
Frans
Nederlands
Présent
- je signe
- tu signes
- il/elle signe
- nous signons
- vous signez
- ils/elles signent
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik onderschrijf
- jij onderschrijft
- hij/zij/het onderschrijft
- wij onderschrijven
- jullie onderschrijven
- zij onderschrijven
Indicatif imparfait
- je signais
- tu signais
- il/elle signait
- nous signions
- vous signiez
- ils/elles signaient
Onvoltooid verleden tijd
- ik onderschreef
- jij onderschreef
- hij/zij/het onderschreef
- wij onderschreven
- jullie onderschreven
- zij onderschreven
Indicatif passé composé
- j'ai signé
- tu as signé
- il/elle a signé
- nous avons signé
- vous avez signé
- ils/elles ont signé
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb onderschreven
- jij hebt onderschreven
- hij/zij/het heeft onderschreven
- wij hebben onderschreven
- jullie hebben onderschreven
- zij hebben onderschreven
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais signé
- tu avais signé
- il/elle avait signé
- nous avions signé
- vous aviez signé
- ils/elles avaient signé
Voltooid verleden tijd
- ik had onderschreven
- jij had onderschreven
- hij/zij/het had onderschreven
- wij hadden onderschreven
- jullie hadden onderschreven
- zij hadden onderschreven
Indicatif futur
- je signerai
- tu signeras
- il/elle signera
- nous signerons
- vous signerez
- ils/elles signeront
Toekomende tijd I
- ik zal onderschrijven
- jij zult onderschrijven
- hij/zij/het zal onderschrijven
- wij zullen onderschrijven
- jullie zullen onderschrijven
- zij zullen onderschrijven
Indicatif futur antérieur
- j'aurai signé
- tu auras signé
- il/elle aura signé
- nous aurons signé
- vous aurez signé
- ils/elles auront signé
Toekomende tijd II
- ik zal onderschreven hebben
- jij zult onderschreven hebben
- hij/zij/het zal onderschreven hebben
- wij zullen onderschreven hebben
- jullie zullen onderschreven hebben
- zij zullen onderschreven hebben
Conditionnel présent
- je signerais
- tu signerais
- il/elle signerait
- nous signerions
- vous signeriez
- ils/elles signeraient
Conditionalis I
- ik zou onderschrijven
- jij zou onderschrijven
- hij/zij/het zou onderschrijven
- wij zouden onderschrijven
- jullie zouden onderschrijven
- zij zouden onderschrijven
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais signé
- tu aurais signé
- il/elle aurait signé
- nous aurions signé
- vous auriez signé
- ils/elles auraient signé
Conditionalis II
- ik zou hebben onderschreven
- jij zou hebben onderschreven
- hij/zij/het zou hebben onderschreven
- wij zouden hebben onderschreven
- jullie zouden hebben onderschreven
- zij zouden hebben onderschreven
Impératif
- tu signe
- vous signez
Imperatief
- jij onderschrijf
- jullie onderschrijft