Vervoeging van derivare

Italiaans

Nederlands

Presente

  • io derivo
  • tu derivi
  • lui/lei/Lei deriva
  • noi deriviamo
  • voi/Voi derivate
  • loro/Loro derivano

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik leid af
  • jij leidt af
  • hij/zij/het leidt af
  • wij leiden af
  • jullie leiden af
  • zij leiden af

Imperfetto

  • io derivavo
  • tu derivavi
  • lui/lei/Lei derivava
  • noi derivavamo
  • voi/Voi derivavate
  • loro/Loro derivavano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik leidde af
  • jij leidde af
  • hij/zij/het leidde af
  • wij leidden af
  • jullie leidden af
  • zij leidden af

Passato prossimo

  • io sono derivato
  • tu sei derivato
  • lui/lei/Lei è derivato
  • noi siamo derivati
  • voi/Voi siete derivati
  • loro/Loro sono derivati

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb afgeleid
  • jij hebt afgeleid
  • hij/zij/het heeft afgeleid
  • wij hebben afgeleid
  • jullie hebben afgeleid
  • zij hebben afgeleid

Trapassato prossimo

  • io ero derivato
  • tu eri derivato
  • lui/lei/Lei era derivato
  • noi eravamo derivati
  • voi/Voi eravate derivati
  • loro/Loro erano derivati

Voltooid verleden tijd

  • ik had afgeleid
  • jij had afgeleid
  • hij/zij/het had afgeleid
  • wij hadden afgeleid
  • jullie hadden afgeleid
  • zij hadden afgeleid

Futuro semplice

  • io deriverò
  • tu deriverai
  • lui/lei/Lei deriverà
  • noi deriveremo
  • voi/Voi deriverete
  • loro/Loro deriveranno

Toekomende tijd I

  • ik zal afleiden
  • jij zult afleiden
  • hij/zij/het zal afleiden
  • wij zullen afleiden
  • jullie zullen afleiden
  • zij zullen afleiden

Futuro anteriore

  • io sarò derivato
  • tu sarai derivato
  • lui/lei/Lei sarà derivato
  • noi saremo derivati
  • voi/Voi sarete derivati
  • loro/Loro saranno derivati

Toekomende tijd II

  • ik zal afgeleid hebben
  • jij zult afgeleid hebben
  • hij/zij/het zal afgeleid hebben
  • wij zullen afgeleid hebben
  • jullie zullen afgeleid hebben
  • zij zullen afgeleid hebben

Condizionale presente

  • io deriverei
  • tu deriveresti
  • lui/lei/Lei deriverebbe
  • noi deriveremmo
  • voi/Voi derivereste
  • loro/Loro deriverebbero

Conditionalis I

  • ik zou afleiden
  • jij zou afleiden
  • hij/zij/het zou afleiden
  • wij zouden afleiden
  • jullie zouden afleiden
  • zij zouden afleiden

Condizionale passato

  • io sarei derivato
  • tu saresti derivato
  • lui/lei/Lei sarebbe derivato
  • noi saremmo derivati
  • voi/Voi sareste derivati
  • loro/Loro sarebbero derivati

Conditionalis II

  • ik zou hebben afgeleid
  • jij zou hebben afgeleid
  • hij/zij/het zou hebben afgeleid
  • wij zouden hebben afgeleid
  • jullie zouden hebben afgeleid
  • zij zouden hebben afgeleid

Imperativo

  • tu deriva
  • voi/Voi derivate

Imperatief

  • jij leid af
  • jullie leidt af