Vervoeging van indietreggiare
Onbepaalde wijs (infinitief): indietreggiare
Italiaans
Nederlands
Presente
- io indietreggio
- tu indietreggi
- lui/lei/Lei indietreggia
- noi indietreggiamo
- voi/Voi indietreggiate
- loro/Loro indietreggiano
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ga achteruit
- jij gaat achteruit
- hij/zij/het gaat achteruit
- wij gaan achteruit
- jullie gaan achteruit
- zij gaan achteruit
Imperfetto
- io indietreggiavo
- tu indietreggiavi
- lui/lei/Lei indietreggiava
- noi indietreggiavamo
- voi/Voi indietreggiavate
- loro/Loro indietreggiavano
Onvoltooid verleden tijd
- ik ging achteruit
- jij ging achteruit
- hij/zij/het ging achteruit
- wij gingen achteruit
- jullie gingen achteruit
- zij gingen achteruit
Passato prossimo
- io ho indietreggiato
- tu hai indietreggiato
- lui/lei/Lei ha indietreggiato
- noi abbiamo indietreggiato
- voi/Voi avete indietreggiato
- loro/Loro hanno indietreggiato
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben achteruitgegaan
- jij bent achteruitgegaan
- hij/zij/het is achteruitgegaan
- wij zijn achteruitgegaan
- jullie zijn achteruitgegaan
- zij zijn achteruitgegaan
Trapassato prossimo
- io avevo indietreggiato
- tu avevi indietreggiato
- lui/lei/Lei aveva indietreggiato
- noi avevamo indietreggiato
- voi/Voi avevate indietreggiato
- loro/Loro avevano indietreggiato
Voltooid verleden tijd
- ik was achteruitgegaan
- jij was achteruitgegaan
- hij/zij/het was achteruitgegaan
- wij waren achteruitgegaan
- jullie waren achteruitgegaan
- zij waren achteruitgegaan
Futuro semplice
- io indietreggerò
- tu indietreggerai
- lui/lei/Lei indietreggerà
- noi indietreggeremo
- voi/Voi indietreggerete
- loro/Loro indietreggeranno
Toekomende tijd I
- ik zal achteruitgaan
- jij zult achteruitgaan
- hij/zij/het zal achteruitgaan
- wij zullen achteruitgaan
- jullie zullen achteruitgaan
- zij zullen achteruitgaan
Futuro anteriore
- io avrò indietreggiato
- tu avrai indietreggiato
- lui/lei/Lei avrà indietreggiato
- noi avremo indietreggiato
- voi/Voi avrete indietreggiato
- loro/Loro avranno indietreggiato
Toekomende tijd II
- ik zal achteruitgegaan zijn
- jij zult achteruitgegaan zijn
- hij/zij/het zal achteruitgegaan zijn
- wij zullen achteruitgegaan zijn
- jullie zullen achteruitgegaan zijn
- zij zullen achteruitgegaan zijn
Condizionale presente
- io indietreggerei
- tu indietreggeresti
- lui/lei/Lei indietreggerebbe
- noi indietreggeremmo
- voi/Voi indietreggereste
- loro/Loro indietreggerebbero
Conditionalis I
- ik zou achteruitgaan
- jij zou achteruitgaan
- hij/zij/het zou achteruitgaan
- wij zouden achteruitgaan
- jullie zouden achteruitgaan
- zij zouden achteruitgaan
Condizionale passato
- io avrei indietreggiato
- tu avresti indietreggiato
- lui/lei/Lei avrebbe indietreggiato
- noi avremmo indietreggiato
- voi/Voi avreste indietreggiato
- loro/Loro avrebbero indietreggiato
Conditionalis II
- ik zou zijn achteruitgegaan
- jij zou zijn achteruitgegaan
- hij/zij/het zou zijn achteruitgegaan
- wij zouden zijn achteruitgegaan
- jullie zouden zijn achteruitgegaan
- zij zouden zijn achteruitgegaan
Imperativo
- tu indietreggia
- voi/Voi indietreggiate
Imperatief
- jij ga achteruit
- jullie gaat achteruit