Vervoeging van aanbreien

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik brei aan
    • jij breit aan
    • hij/zij/het breit aan
    • wij breien aan
    • jullie breien aan
    • zij breien aan
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik breide aan
    • jij breide aan
    • hij/zij/het breide aan
    • wij breiden aan
    • jullie breiden aan
    • zij breiden aan
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb aangebreid
    • jij hebt aangebreid
    • hij/zij/het heeft aangebreid
    • wij hebben aangebreid
    • jullie hebben aangebreid
    • zij hebben aangebreid
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had aangebreid
    • jij had aangebreid
    • hij/zij/het had aangebreid
    • wij hadden aangebreid
    • jullie hadden aangebreid
    • zij hadden aangebreid
  • Toekomende tijd I

    • ik zal aanbreien
    • jij zult aanbreien
    • hij/zij/het zal aanbreien
    • wij zullen aanbreien
    • jullie zullen aanbreien
    • zij zullen aanbreien
  • Toekomende tijd II

    • ik zal aangebreid hebben
    • jij zult aangebreid hebben
    • hij/zij/het zal aangebreid hebben
    • wij zullen aangebreid hebben
    • jullie zullen aangebreid hebben
    • zij zullen aangebreid hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou aanbreien
    • jij zou aanbreien
    • hij/zij/het zou aanbreien
    • wij zouden aanbreien
    • jullie zouden aanbreien
    • zij zouden aanbreien
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben aangebreid
    • jij zou hebben aangebreid
    • hij/zij/het zou hebben aangebreid
    • wij zouden hebben aangebreid
    • jullie zouden hebben aangebreid
    • zij zouden hebben aangebreid
  • Imperatief

    • jij brei aan
    • jullie breit aan