Vervoeging van aandiepen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik diep aan
- jij diept aan
- hij/zij/het diept aan
- wij diepen aan
- jullie diepen aan
- zij diepen aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik diepte aan
- jij diepte aan
- hij/zij/het diepte aan
- wij diepten aan
- jullie diepten aan
- zij diepten aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangediept
- jij hebt aangediept
- hij/zij/het heeft aangediept
- wij hebben aangediept
- jullie hebben aangediept
- zij hebben aangediept
Voltooid verleden tijd
- ik had aangediept
- jij had aangediept
- hij/zij/het had aangediept
- wij hadden aangediept
- jullie hadden aangediept
- zij hadden aangediept
Toekomende tijd I
- ik zal aandiepen
- jij zult aandiepen
- hij/zij/het zal aandiepen
- wij zullen aandiepen
- jullie zullen aandiepen
- zij zullen aandiepen
Toekomende tijd II
- ik zal aangediept hebben
- jij zult aangediept hebben
- hij/zij/het zal aangediept hebben
- wij zullen aangediept hebben
- jullie zullen aangediept hebben
- zij zullen aangediept hebben
Conditionalis I
- ik zou aandiepen
- jij zou aandiepen
- hij/zij/het zou aandiepen
- wij zouden aandiepen
- jullie zouden aandiepen
- zij zouden aandiepen
Conditionalis II
- ik zou hebben aangediept
- jij zou hebben aangediept
- hij/zij/het zou hebben aangediept
- wij zouden hebben aangediept
- jullie zouden hebben aangediept
- zij zouden hebben aangediept
Imperatief
- jij diep aan
- jullie diept aan