Vervoeging van aangraven
Onbepaalde wijs (infinitief): aangraven
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik graaf aan
- jij graaft aan
- hij/zij/het graaft aan
- wij graven aan
- jullie graven aan
- zij graven aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik groef aan
- jij groef aan
- hij/zij/het groef aan
- wij groeven aan
- jullie groeven aan
- zij groeven aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangegraven
- jij hebt aangegraven
- hij/zij/het heeft aangegraven
- wij hebben aangegraven
- jullie hebben aangegraven
- zij hebben aangegraven
Voltooid verleden tijd
- ik had aangegraven
- jij had aangegraven
- hij/zij/het had aangegraven
- wij hadden aangegraven
- jullie hadden aangegraven
- zij hadden aangegraven
Toekomende tijd I
- ik zal aangraven
- jij zult aangraven
- hij/zij/het zal aangraven
- wij zullen aangraven
- jullie zullen aangraven
- zij zullen aangraven
Toekomende tijd II
- ik zal aangegraven hebben
- jij zult aangegraven hebben
- hij/zij/het zal aangegraven hebben
- wij zullen aangegraven hebben
- jullie zullen aangegraven hebben
- zij zullen aangegraven hebben
Conditionalis I
- ik zou aangraven
- jij zou aangraven
- hij/zij/het zou aangraven
- wij zouden aangraven
- jullie zouden aangraven
- zij zouden aangraven
Conditionalis II
- ik zou hebben aangegraven
- jij zou hebben aangegraven
- hij/zij/het zou hebben aangegraven
- wij zouden hebben aangegraven
- jullie zouden hebben aangegraven
- zij zouden hebben aangegraven
Imperatief
- jij graaf aan
- jullie graaft aan