Vervoeging van aanlassen
Onbepaalde wijs (infinitief): aanlassen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik las aan
- jij last aan
- hij/zij/het last aan
- wij lassen aan
- jullie lassen aan
- zij lassen aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik laste aan
- jij laste aan
- hij/zij/het laste aan
- wij lasten aan
- jullie lasten aan
- zij lasten aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangelast
- jij hebt aangelast
- hij/zij/het heeft aangelast
- wij hebben aangelast
- jullie hebben aangelast
- zij hebben aangelast
Voltooid verleden tijd
- ik had aangelast
- jij had aangelast
- hij/zij/het had aangelast
- wij hadden aangelast
- jullie hadden aangelast
- zij hadden aangelast
Toekomende tijd I
- ik zal aanlassen
- jij zult aanlassen
- hij/zij/het zal aanlassen
- wij zullen aanlassen
- jullie zullen aanlassen
- zij zullen aanlassen
Toekomende tijd II
- ik zal aangelast hebben
- jij zult aangelast hebben
- hij/zij/het zal aangelast hebben
- wij zullen aangelast hebben
- jullie zullen aangelast hebben
- zij zullen aangelast hebben
Conditionalis I
- ik zou aanlassen
- jij zou aanlassen
- hij/zij/het zou aanlassen
- wij zouden aanlassen
- jullie zouden aanlassen
- zij zouden aanlassen
Conditionalis II
- ik zou hebben aangelast
- jij zou hebben aangelast
- hij/zij/het zou hebben aangelast
- wij zouden hebben aangelast
- jullie zouden hebben aangelast
- zij zouden hebben aangelast
Imperatief
- jij las aan
- jullie last aan