Vervoeging van aanleiden
Onbepaalde wijs (infinitief): aanleiden
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik leid aan
- jij leidt aan
- hij/zij/het leidt aan
- wij leiden aan
- jullie leiden aan
- zij leiden aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik leidde aan
- jij leidde aan
- hij/zij/het leidde aan
- wij leidden aan
- jullie leidden aan
- zij leidden aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangeleid
- jij hebt aangeleid
- hij/zij/het heeft aangeleid
- wij hebben aangeleid
- jullie hebben aangeleid
- zij hebben aangeleid
Voltooid verleden tijd
- ik had aangeleid
- jij had aangeleid
- hij/zij/het had aangeleid
- wij hadden aangeleid
- jullie hadden aangeleid
- zij hadden aangeleid
Toekomende tijd I
- ik zal aanleiden
- jij zult aanleiden
- hij/zij/het zal aanleiden
- wij zullen aanleiden
- jullie zullen aanleiden
- zij zullen aanleiden
Toekomende tijd II
- ik zal aangeleid hebben
- jij zult aangeleid hebben
- hij/zij/het zal aangeleid hebben
- wij zullen aangeleid hebben
- jullie zullen aangeleid hebben
- zij zullen aangeleid hebben
Conditionalis I
- ik zou aanleiden
- jij zou aanleiden
- hij/zij/het zou aanleiden
- wij zouden aanleiden
- jullie zouden aanleiden
- zij zouden aanleiden
Conditionalis II
- ik zou hebben aangeleid
- jij zou hebben aangeleid
- hij/zij/het zou hebben aangeleid
- wij zouden hebben aangeleid
- jullie zouden hebben aangeleid
- zij zouden hebben aangeleid
Imperatief
- jij leid aan
- jullie leidt aan