Vervoeging van aanmengen
Onbepaalde wijs (infinitief): aanmengen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik meng aan
- jij mengt aan
- hij/zij/het mengt aan
- wij mengen aan
- jullie mengen aan
- zij mengen aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik mengde aan
- jij mengde aan
- hij/zij/het mengde aan
- wij mengden aan
- jullie mengden aan
- zij mengden aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangemengd
- jij hebt aangemengd
- hij/zij/het heeft aangemengd
- wij hebben aangemengd
- jullie hebben aangemengd
- zij hebben aangemengd
Voltooid verleden tijd
- ik had aangemengd
- jij had aangemengd
- hij/zij/het had aangemengd
- wij hadden aangemengd
- jullie hadden aangemengd
- zij hadden aangemengd
Toekomende tijd I
- ik zal aanmengen
- jij zult aanmengen
- hij/zij/het zal aanmengen
- wij zullen aanmengen
- jullie zullen aanmengen
- zij zullen aanmengen
Toekomende tijd II
- ik zal aangemengd hebben
- jij zult aangemengd hebben
- hij/zij/het zal aangemengd hebben
- wij zullen aangemengd hebben
- jullie zullen aangemengd hebben
- zij zullen aangemengd hebben
Conditionalis I
- ik zou aanmengen
- jij zou aanmengen
- hij/zij/het zou aanmengen
- wij zouden aanmengen
- jullie zouden aanmengen
- zij zouden aanmengen
Conditionalis II
- ik zou hebben aangemengd
- jij zou hebben aangemengd
- hij/zij/het zou hebben aangemengd
- wij zouden hebben aangemengd
- jullie zouden hebben aangemengd
- zij zouden hebben aangemengd
Imperatief
- jij meng aan
- jullie mengt aan