Vervoeging van aanpunten
Onbepaalde wijs (infinitief): aanpunten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik punt aan
- jij punt aan
- hij/zij/het punt aan
- wij punten aan
- jullie punten aan
- zij punten aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik puntte aan
- jij puntte aan
- hij/zij/het puntte aan
- wij puntten aan
- jullie puntten aan
- zij puntten aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangepunt
- jij hebt aangepunt
- hij/zij/het heeft aangepunt
- wij hebben aangepunt
- jullie hebben aangepunt
- zij hebben aangepunt
Voltooid verleden tijd
- ik had aangepunt
- jij had aangepunt
- hij/zij/het had aangepunt
- wij hadden aangepunt
- jullie hadden aangepunt
- zij hadden aangepunt
Toekomende tijd I
- ik zal aanpunten
- jij zult aanpunten
- hij/zij/het zal aanpunten
- wij zullen aanpunten
- jullie zullen aanpunten
- zij zullen aanpunten
Toekomende tijd II
- ik zal aangepunt hebben
- jij zult aangepunt hebben
- hij/zij/het zal aangepunt hebben
- wij zullen aangepunt hebben
- jullie zullen aangepunt hebben
- zij zullen aangepunt hebben
Conditionalis I
- ik zou aanpunten
- jij zou aanpunten
- hij/zij/het zou aanpunten
- wij zouden aanpunten
- jullie zouden aanpunten
- zij zouden aanpunten
Conditionalis II
- ik zou hebben aangepunt
- jij zou hebben aangepunt
- hij/zij/het zou hebben aangepunt
- wij zouden hebben aangepunt
- jullie zouden hebben aangepunt
- zij zouden hebben aangepunt
Imperatief
- jij punt aan
- jullie punt aan