Vervoeging van aanrissen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik ris aan
    • jij rist aan
    • hij/zij/het rist aan
    • wij rissen aan
    • jullie rissen aan
    • zij rissen aan
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik riste aan
    • jij riste aan
    • hij/zij/het riste aan
    • wij risten aan
    • jullie risten aan
    • zij risten aan
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb aangerist
    • jij hebt aangerist
    • hij/zij/het heeft aangerist
    • wij hebben aangerist
    • jullie hebben aangerist
    • zij hebben aangerist
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had aangerist
    • jij had aangerist
    • hij/zij/het had aangerist
    • wij hadden aangerist
    • jullie hadden aangerist
    • zij hadden aangerist
  • Toekomende tijd I

    • ik zal aanrissen
    • jij zult aanrissen
    • hij/zij/het zal aanrissen
    • wij zullen aanrissen
    • jullie zullen aanrissen
    • zij zullen aanrissen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal aangerist hebben
    • jij zult aangerist hebben
    • hij/zij/het zal aangerist hebben
    • wij zullen aangerist hebben
    • jullie zullen aangerist hebben
    • zij zullen aangerist hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou aanrissen
    • jij zou aanrissen
    • hij/zij/het zou aanrissen
    • wij zouden aanrissen
    • jullie zouden aanrissen
    • zij zouden aanrissen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben aangerist
    • jij zou hebben aangerist
    • hij/zij/het zou hebben aangerist
    • wij zouden hebben aangerist
    • jullie zouden hebben aangerist
    • zij zouden hebben aangerist
  • Imperatief

    • jij ris aan
    • jullie rist aan