Vervoeging van aanscherpen

Onbepaalde wijs (infinitief): aanscherpen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik scherp aan
    • jij scherpt aan
    • hij/zij/het scherpt aan
    • wij scherpen aan
    • jullie scherpen aan
    • zij scherpen aan
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik scherpte aan
    • jij scherpte aan
    • hij/zij/het scherpte aan
    • wij scherpten aan
    • jullie scherpten aan
    • zij scherpten aan
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb aangescherpt
    • jij hebt aangescherpt
    • hij/zij/het heeft aangescherpt
    • wij hebben aangescherpt
    • jullie hebben aangescherpt
    • zij hebben aangescherpt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had aangescherpt
    • jij had aangescherpt
    • hij/zij/het had aangescherpt
    • wij hadden aangescherpt
    • jullie hadden aangescherpt
    • zij hadden aangescherpt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal aanscherpen
    • jij zult aanscherpen
    • hij/zij/het zal aanscherpen
    • wij zullen aanscherpen
    • jullie zullen aanscherpen
    • zij zullen aanscherpen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal aangescherpt hebben
    • jij zult aangescherpt hebben
    • hij/zij/het zal aangescherpt hebben
    • wij zullen aangescherpt hebben
    • jullie zullen aangescherpt hebben
    • zij zullen aangescherpt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou aanscherpen
    • jij zou aanscherpen
    • hij/zij/het zou aanscherpen
    • wij zouden aanscherpen
    • jullie zouden aanscherpen
    • zij zouden aanscherpen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben aangescherpt
    • jij zou hebben aangescherpt
    • hij/zij/het zou hebben aangescherpt
    • wij zouden hebben aangescherpt
    • jullie zouden hebben aangescherpt
    • zij zouden hebben aangescherpt
  • Imperatief

    • jij scherp aan
    • jullie scherpt aan

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van aanscherpen