Vervoeging van aanstellen
Onbepaalde wijs (infinitief): aanstellen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stel aan
- jij stelt aan
- hij/zij/het stelt aan
- wij stellen aan
- jullie stellen aan
- zij stellen aan
Indicativo presente
- yo nombro
- tú nombras
- él/ella nombra
- nosotros nombramos
- vosotros nombráis
- ellos/ellas nombran
Onvoltooid verleden tijd
- ik stelde aan
- jij stelde aan
- hij/zij/het stelde aan
- wij stelden aan
- jullie stelden aan
- zij stelden aan
Indefinido
- yo nombré
- tú nombraste
- él/ella nombró
- nosotros nombramos
- vosotros nombrasteis
- ellos/ellas nombraron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangesteld
- jij hebt aangesteld
- hij/zij/het heeft aangesteld
- wij hebben aangesteld
- jullie hebben aangesteld
- zij hebben aangesteld
Pretérito perfecto compuesto
- yo he nombrado
- tú has nombrado
- él/ella ha nombrado
- nosotros hemos nombrado
- vosotros habéis nombrado
- ellos/ellas han nombrado
Voltooid verleden tijd
- ik had aangesteld
- jij had aangesteld
- hij/zij/het had aangesteld
- wij hadden aangesteld
- jullie hadden aangesteld
- zij hadden aangesteld
Pluscuamperfecto
- yo había nombrado
- tú habías nombrado
- él/ella había nombrado
- nosotros habíamos nombrado
- vosotros habíais nombrado
- ellos/ellas habían nombrado
Toekomende tijd I
- ik zal aanstellen
- jij zult aanstellen
- hij/zij/het zal aanstellen
- wij zullen aanstellen
- jullie zullen aanstellen
- zij zullen aanstellen
Futuro I
- yo nombraré
- tú nombrarás
- él/ella nombrará
- nosotros nombraremos
- vosotros nombraréis
- ellos/ellas nombrarán
Toekomende tijd II
- ik zal aangesteld hebben
- jij zult aangesteld hebben
- hij/zij/het zal aangesteld hebben
- wij zullen aangesteld hebben
- jullie zullen aangesteld hebben
- zij zullen aangesteld hebben
Futuro perfecto
- yo habré nombrado
- tú habrás nombrado
- él/ella habrá nombrado
- nosotros habremos nombrado
- vosotros habréis nombrado
- ellos/ellas habrán nombrado
Conditionalis I
- ik zou aanstellen
- jij zou aanstellen
- hij/zij/het zou aanstellen
- wij zouden aanstellen
- jullie zouden aanstellen
- zij zouden aanstellen
Condicional
- yo nombraría
- tú nombrarías
- él/ella nombraría
- nosotros nombraríamos
- vosotros nombraríais
- ellos/ellas nombrarían
Conditionalis II
- ik zou hebben aangesteld
- jij zou hebben aangesteld
- hij/zij/het zou hebben aangesteld
- wij zouden hebben aangesteld
- jullie zouden hebben aangesteld
- zij zouden hebben aangesteld
Condicional perfecto
- yo habría nombrado
- tú habrías nombrado
- él/ella habría nombrado
- nosotros habríamos nombrado
- vosotros habríais nombrado
- ellos/ellas habrían nombrado
Imperatief
- jij stel aan
- jullie stelt aan
Imperativo presente
- tú nombra
- vosotros nombrad