Vervoeging van aanstichten

Onbepaalde wijs (infinitief): aanstichten

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik sticht aan
    • jij sticht aan
    • hij/zij/het sticht aan
    • wij stichten aan
    • jullie stichten aan
    • zij stichten aan
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik stichtte aan
    • jij stichtte aan
    • hij/zij/het stichtte aan
    • wij stichtten aan
    • jullie stichtten aan
    • zij stichtten aan
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb aangesticht
    • jij hebt aangesticht
    • hij/zij/het heeft aangesticht
    • wij hebben aangesticht
    • jullie hebben aangesticht
    • zij hebben aangesticht
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had aangesticht
    • jij had aangesticht
    • hij/zij/het had aangesticht
    • wij hadden aangesticht
    • jullie hadden aangesticht
    • zij hadden aangesticht
  • Toekomende tijd I

    • ik zal aanstichten
    • jij zult aanstichten
    • hij/zij/het zal aanstichten
    • wij zullen aanstichten
    • jullie zullen aanstichten
    • zij zullen aanstichten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal aangesticht hebben
    • jij zult aangesticht hebben
    • hij/zij/het zal aangesticht hebben
    • wij zullen aangesticht hebben
    • jullie zullen aangesticht hebben
    • zij zullen aangesticht hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou aanstichten
    • jij zou aanstichten
    • hij/zij/het zou aanstichten
    • wij zouden aanstichten
    • jullie zouden aanstichten
    • zij zouden aanstichten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben aangesticht
    • jij zou hebben aangesticht
    • hij/zij/het zou hebben aangesticht
    • wij zouden hebben aangesticht
    • jullie zouden hebben aangesticht
    • zij zouden hebben aangesticht
  • Imperatief

    • jij sticht aan
    • jullie sticht aan