Vervoeging van aanstranden
Onbepaalde wijs (infinitief): aanstranden
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik strand aan
- jij strandt aan
- hij/zij/het strandt aan
- wij stranden aan
- jullie stranden aan
- zij stranden aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik strandde aan
- jij strandde aan
- hij/zij/het strandde aan
- wij strandden aan
- jullie strandden aan
- zij strandden aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben aangestrand
- jij bent aangestrand
- hij/zij/het is aangestrand
- wij zijn aangestrand
- jullie zijn aangestrand
- zij zijn aangestrand
Voltooid verleden tijd
- ik was aangestrand
- jij was aangestrand
- hij/zij/het was aangestrand
- wij waren aangestrand
- jullie waren aangestrand
- zij waren aangestrand
Toekomende tijd I
- ik zal aanstranden
- jij zult aanstranden
- hij/zij/het zal aanstranden
- wij zullen aanstranden
- jullie zullen aanstranden
- zij zullen aanstranden
Toekomende tijd II
- ik zal aangestrand zijn
- jij zult aangestrand zijn
- hij/zij/het zal aangestrand zijn
- wij zullen aangestrand zijn
- jullie zullen aangestrand zijn
- zij zullen aangestrand zijn
Conditionalis I
- ik zou aanstranden
- jij zou aanstranden
- hij/zij/het zou aanstranden
- wij zouden aanstranden
- jullie zouden aanstranden
- zij zouden aanstranden
Conditionalis II
- ik zou zijn aangestrand
- jij zou zijn aangestrand
- hij/zij/het zou zijn aangestrand
- wij zouden zijn aangestrand
- jullie zouden zijn aangestrand
- zij zouden zijn aangestrand