Vervoeging van accrediteren
Onbepaalde wijs (infinitief): accrediteren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik accrediteer
- jij accrediteert
- hij/zij/het accrediteert
- wij accrediteren
- jullie accrediteren
- zij accrediteren
Onvoltooid verleden tijd
- ik accrediteerde
- jij accrediteerde
- hij/zij/het accrediteerde
- wij accrediteerden
- jullie accrediteerden
- zij accrediteerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geaccrediteerd
- jij hebt geaccrediteerd
- hij/zij/het heeft geaccrediteerd
- wij hebben geaccrediteerd
- jullie hebben geaccrediteerd
- zij hebben geaccrediteerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geaccrediteerd
- jij had geaccrediteerd
- hij/zij/het had geaccrediteerd
- wij hadden geaccrediteerd
- jullie hadden geaccrediteerd
- zij hadden geaccrediteerd
Toekomende tijd I
- ik zal accrediteren
- jij zult accrediteren
- hij/zij/het zal accrediteren
- wij zullen accrediteren
- jullie zullen accrediteren
- zij zullen accrediteren
Toekomende tijd II
- ik zal geaccrediteerd hebben
- jij zult geaccrediteerd hebben
- hij/zij/het zal geaccrediteerd hebben
- wij zullen geaccrediteerd hebben
- jullie zullen geaccrediteerd hebben
- zij zullen geaccrediteerd hebben
Conditionalis I
- ik zou accrediteren
- jij zou accrediteren
- hij/zij/het zou accrediteren
- wij zouden accrediteren
- jullie zouden accrediteren
- zij zouden accrediteren
Conditionalis II
- ik zou hebben geaccrediteerd
- jij zou hebben geaccrediteerd
- hij/zij/het zou hebben geaccrediteerd
- wij zouden hebben geaccrediteerd
- jullie zouden hebben geaccrediteerd
- zij zouden hebben geaccrediteerd
Imperatief
- jij accrediteer
- jullie accrediteert