Vervoeging van achteruitwerken
Onbepaalde wijs (infinitief): achteruitwerken
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik werk achteruit
- jij werkt achteruit
- hij/zij/het werkt achteruit
- wij werken achteruit
- jullie werken achteruit
- zij werken achteruit
Onvoltooid verleden tijd
- ik werkte achteruit
- jij werkte achteruit
- hij/zij/het werkte achteruit
- wij werkten achteruit
- jullie werkten achteruit
- zij werkten achteruit
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb achteruitgewerkt
- jij hebt achteruitgewerkt
- hij/zij/het heeft achteruitgewerkt
- wij hebben achteruitgewerkt
- jullie hebben achteruitgewerkt
- zij hebben achteruitgewerkt
Voltooid verleden tijd
- ik had achteruitgewerkt
- jij had achteruitgewerkt
- hij/zij/het had achteruitgewerkt
- wij hadden achteruitgewerkt
- jullie hadden achteruitgewerkt
- zij hadden achteruitgewerkt
Toekomende tijd I
- ik zal achteruitwerken
- jij zult achteruitwerken
- hij/zij/het zal achteruitwerken
- wij zullen achteruitwerken
- jullie zullen achteruitwerken
- zij zullen achteruitwerken
Toekomende tijd II
- ik zal achteruitgewerkt hebben
- jij zult achteruitgewerkt hebben
- hij/zij/het zal achteruitgewerkt hebben
- wij zullen achteruitgewerkt hebben
- jullie zullen achteruitgewerkt hebben
- zij zullen achteruitgewerkt hebben
Conditionalis I
- ik zou achteruitwerken
- jij zou achteruitwerken
- hij/zij/het zou achteruitwerken
- wij zouden achteruitwerken
- jullie zouden achteruitwerken
- zij zouden achteruitwerken
Conditionalis II
- ik zou hebben achteruitgewerkt
- jij zou hebben achteruitgewerkt
- hij/zij/het zou hebben achteruitgewerkt
- wij zouden hebben achteruitgewerkt
- jullie zouden hebben achteruitgewerkt
- zij zouden hebben achteruitgewerkt
Imperatief
- jij werk achteruit
- jullie werkt achteruit