Vervoeging van afficheren
Onbepaalde wijs (infinitief): afficheren
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik afficheer
- jij afficheert
- hij/zij/het afficheert
- wij afficheren
- jullie afficheren
- zij afficheren
Present
- I placard
- you placard
- he/she/it placards
- we placard
- you placard
- they placard
Onvoltooid verleden tijd
- ik afficheerde
- jij afficheerde
- hij/zij/het afficheerde
- wij afficheerden
- jullie afficheerden
- zij afficheerden
Simple past
- I placarded
- you placarded
- he/she/it placarded
- we placarded
- you placarded
- they placarded
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geafficheerd
- jij hebt geafficheerd
- hij/zij/het heeft geafficheerd
- wij hebben geafficheerd
- jullie hebben geafficheerd
- zij hebben geafficheerd
Present perfect
- I have placarded
- you have placarded
- he/she/it has placarded
- we have placarded
- you have placarded
- they have placarded
Voltooid verleden tijd
- ik had geafficheerd
- jij had geafficheerd
- hij/zij/het had geafficheerd
- wij hadden geafficheerd
- jullie hadden geafficheerd
- zij hadden geafficheerd
Past perfect
- I had placarded
- you had placarded
- he/she/it had placarded
- we had placarded
- you had placarded
- they had placarded
Toekomende tijd I
- ik zal afficheren
- jij zult afficheren
- hij/zij/het zal afficheren
- wij zullen afficheren
- jullie zullen afficheren
- zij zullen afficheren
Future
- I will placard
- you will placard
- he/she/it will placard
- we will placard
- you will placard
- they will placard
Toekomende tijd II
- ik zal geafficheerd hebben
- jij zult geafficheerd hebben
- hij/zij/het zal geafficheerd hebben
- wij zullen geafficheerd hebben
- jullie zullen geafficheerd hebben
- zij zullen geafficheerd hebben
Future perfect
- I will have placarded
- you will have placarded
- he/she/it will have placarded
- we will have placarded
- you will have placarded
- they will have placarded
Conditionalis I
- ik zou afficheren
- jij zou afficheren
- hij/zij/het zou afficheren
- wij zouden afficheren
- jullie zouden afficheren
- zij zouden afficheren
Conditional present
- I would placard
- you would placard
- he/she/it would placard
- we would placard
- you would placard
- they would placard
Conditionalis II
- ik zou hebben geafficheerd
- jij zou hebben geafficheerd
- hij/zij/het zou hebben geafficheerd
- wij zouden hebben geafficheerd
- jullie zouden hebben geafficheerd
- zij zouden hebben geafficheerd
Conditional perfect
- I would have placarded
- you would have placarded
- he/she/it would have placarded
- we would have placarded
- you would have placarded
- they would have placarded
Imperatief
- jij afficheer
- jullie afficheert
Imperative
- you placard
- you placard