Vervoeging van afmelden
Onbepaalde wijs (infinitief): afmelden
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik meld af
- jij meldt af
- hij/zij/het meldt af
- wij melden af
- jullie melden af
- zij melden af
Onvoltooid verleden tijd
- ik meldde af
- jij meldde af
- hij/zij/het meldde af
- wij meldden af
- jullie meldden af
- zij meldden af
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb afgemeld
- jij hebt afgemeld
- hij/zij/het heeft afgemeld
- wij hebben afgemeld
- jullie hebben afgemeld
- zij hebben afgemeld
Voltooid verleden tijd
- ik had afgemeld
- jij had afgemeld
- hij/zij/het had afgemeld
- wij hadden afgemeld
- jullie hadden afgemeld
- zij hadden afgemeld
Toekomende tijd I
- ik zal afmelden
- jij zult afmelden
- hij/zij/het zal afmelden
- wij zullen afmelden
- jullie zullen afmelden
- zij zullen afmelden
Toekomende tijd II
- ik zal afgemeld hebben
- jij zult afgemeld hebben
- hij/zij/het zal afgemeld hebben
- wij zullen afgemeld hebben
- jullie zullen afgemeld hebben
- zij zullen afgemeld hebben
Conditionalis I
- ik zou afmelden
- jij zou afmelden
- hij/zij/het zou afmelden
- wij zouden afmelden
- jullie zouden afmelden
- zij zouden afmelden
Conditionalis II
- ik zou hebben afgemeld
- jij zou hebben afgemeld
- hij/zij/het zou hebben afgemeld
- wij zouden hebben afgemeld
- jullie zouden hebben afgemeld
- zij zouden hebben afgemeld
Imperatief
- jij meld af
- jullie meldt af