Vervoeging van afreageren
Onbepaalde wijs (infinitief): afreageren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik reageer af
- jij reageert af
- hij/zij/het reageert af
- wij reageren af
- jullie reageren af
- zij reageren af
Indicativo presente
- yo descargo
- tú descargas
- él/ella descarga
- nosotros descargamos
- vosotros descargáis
- ellos/ellas descargan
Onvoltooid verleden tijd
- ik reageerde af
- jij reageerde af
- hij/zij/het reageerde af
- wij reageerden af
- jullie reageerden af
- zij reageerden af
Indefinido
- yo descargué
- tú descargaste
- él/ella descargó
- nosotros descargamos
- vosotros descargasteis
- ellos/ellas descargaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb afgereageerd
- jij hebt afgereageerd
- hij/zij/het heeft afgereageerd
- wij hebben afgereageerd
- jullie hebben afgereageerd
- zij hebben afgereageerd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he descargado
- tú has descargado
- él/ella ha descargado
- nosotros hemos descargado
- vosotros habéis descargado
- ellos/ellas han descargado
Voltooid verleden tijd
- ik had afgereageerd
- jij had afgereageerd
- hij/zij/het had afgereageerd
- wij hadden afgereageerd
- jullie hadden afgereageerd
- zij hadden afgereageerd
Pluscuamperfecto
- yo había descargado
- tú habías descargado
- él/ella había descargado
- nosotros habíamos descargado
- vosotros habíais descargado
- ellos/ellas habían descargado
Toekomende tijd I
- ik zal afreageren
- jij zult afreageren
- hij/zij/het zal afreageren
- wij zullen afreageren
- jullie zullen afreageren
- zij zullen afreageren
Futuro I
- yo descargaré
- tú descargarás
- él/ella descargará
- nosotros descargaremos
- vosotros descargaréis
- ellos/ellas descargarán
Toekomende tijd II
- ik zal afgereageerd hebben
- jij zult afgereageerd hebben
- hij/zij/het zal afgereageerd hebben
- wij zullen afgereageerd hebben
- jullie zullen afgereageerd hebben
- zij zullen afgereageerd hebben
Futuro perfecto
- yo habré descargado
- tú habrás descargado
- él/ella habrá descargado
- nosotros habremos descargado
- vosotros habréis descargado
- ellos/ellas habrán descargado
Conditionalis I
- ik zou afreageren
- jij zou afreageren
- hij/zij/het zou afreageren
- wij zouden afreageren
- jullie zouden afreageren
- zij zouden afreageren
Condicional
- yo descargaría
- tú descargarías
- él/ella descargaría
- nosotros descargaríamos
- vosotros descargaríais
- ellos/ellas descargarían
Conditionalis II
- ik zou hebben afgereageerd
- jij zou hebben afgereageerd
- hij/zij/het zou hebben afgereageerd
- wij zouden hebben afgereageerd
- jullie zouden hebben afgereageerd
- zij zouden hebben afgereageerd
Condicional perfecto
- yo habría descargado
- tú habrías descargado
- él/ella habría descargado
- nosotros habríamos descargado
- vosotros habríais descargado
- ellos/ellas habrían descargado
Imperatief
- jij reageer af
- jullie reageert af
Imperativo presente
- tú descarga
- vosotros descargad