Vervoeging van afruisen

Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het ruist af
    • zij ruisen af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het ruiste af
    • zij ruisten af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is afgeruist
    • zij zijn afgeruist
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was afgeruist
    • zij waren afgeruist
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal afruisen
    • zij zult afruisen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal afgeruist zijn
    • zij zult afgeruist zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal afruisen
    • zij zullen afruisen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn afgeruist
    • zij zullen zijn afgeruist