Vervoeging van afruisen
Onbepaalde wijs (infinitief): afruisen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het ruist af
- zij ruisen af
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het ruiste af
- zij ruisten af
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is afgeruist
- zij zijn afgeruist
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was afgeruist
- zij waren afgeruist
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal afruisen
- zij zult afruisen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal afgeruist zijn
- zij zult afgeruist zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal afruisen
- zij zullen afruisen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn afgeruist
- zij zullen zijn afgeruist