Vervoeging van afstorten

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik stort af
    • jij stort af
    • hij/zij/het stort af
    • wij storten af
    • jullie storten af
    • zij storten af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik stortte af
    • jij stortte af
    • hij/zij/het stortte af
    • wij stortten af
    • jullie stortten af
    • zij stortten af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb afgestort
    • jij hebt afgestort
    • hij/zij/het heeft afgestort
    • wij hebben afgestort
    • jullie hebben afgestort
    • zij hebben afgestort
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had afgestort
    • jij had afgestort
    • hij/zij/het had afgestort
    • wij hadden afgestort
    • jullie hadden afgestort
    • zij hadden afgestort
  • Toekomende tijd I

    • ik zal afstorten
    • jij zult afstorten
    • hij/zij/het zal afstorten
    • wij zullen afstorten
    • jullie zullen afstorten
    • zij zullen afstorten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal afgestort hebben
    • jij zult afgestort hebben
    • hij/zij/het zal afgestort hebben
    • wij zullen afgestort hebben
    • jullie zullen afgestort hebben
    • zij zullen afgestort hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou afstorten
    • jij zou afstorten
    • hij/zij/het zou afstorten
    • wij zouden afstorten
    • jullie zouden afstorten
    • zij zouden afstorten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben afgestort
    • jij zou hebben afgestort
    • hij/zij/het zou hebben afgestort
    • wij zouden hebben afgestort
    • jullie zouden hebben afgestort
    • zij zouden hebben afgestort
  • Imperatief

    • jij stort af
    • jullie stort af