Vervoeging van autoracen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik autorace
    • jij autoracet
    • hij/zij/het autoracet
    • wij autoracen
    • jullie autoracen
    • zij autoracen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik autoracete
    • jij autoracete
    • hij/zij/het autoracete
    • wij autoraceten
    • jullie autoraceten
    • zij autoraceten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geautoracet
    • jij hebt geautoracet
    • hij/zij/het heeft geautoracet
    • wij hebben geautoracet
    • jullie hebben geautoracet
    • zij hebben geautoracet
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geautoracet
    • jij had geautoracet
    • hij/zij/het had geautoracet
    • wij hadden geautoracet
    • jullie hadden geautoracet
    • zij hadden geautoracet
  • Toekomende tijd I

    • ik zal autoracen
    • jij zult autoracen
    • hij/zij/het zal autoracen
    • wij zullen autoracen
    • jullie zullen autoracen
    • zij zullen autoracen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geautoracet hebben
    • jij zult geautoracet hebben
    • hij/zij/het zal geautoracet hebben
    • wij zullen geautoracet hebben
    • jullie zullen geautoracet hebben
    • zij zullen geautoracet hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou autoracen
    • jij zou autoracen
    • hij/zij/het zou autoracen
    • wij zouden autoracen
    • jullie zouden autoracen
    • zij zouden autoracen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geautoracet
    • jij zou hebben geautoracet
    • hij/zij/het zou hebben geautoracet
    • wij zouden hebben geautoracet
    • jullie zouden hebben geautoracet
    • zij zouden hebben geautoracet
  • Imperatief

    • jij autorace
    • jullie autoracet