Vervoeging van banen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik baan
- jij baant
- hij/zij/het baant
- wij banen
- jullie banen
- zij banen
Onvoltooid verleden tijd
- ik baande
- jij baande
- hij/zij/het baande
- wij baanden
- jullie baanden
- zij baanden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gebaand
- jij hebt gebaand
- hij/zij/het heeft gebaand
- wij hebben gebaand
- jullie hebben gebaand
- zij hebben gebaand
Voltooid verleden tijd
- ik had gebaand
- jij had gebaand
- hij/zij/het had gebaand
- wij hadden gebaand
- jullie hadden gebaand
- zij hadden gebaand
Toekomende tijd I
- ik zal banen
- jij zult banen
- hij/zij/het zal banen
- wij zullen banen
- jullie zullen banen
- zij zullen banen
Toekomende tijd II
- ik zal gebaand hebben
- jij zult gebaand hebben
- hij/zij/het zal gebaand hebben
- wij zullen gebaand hebben
- jullie zullen gebaand hebben
- zij zullen gebaand hebben
Conditionalis I
- ik zou banen
- jij zou banen
- hij/zij/het zou banen
- wij zouden banen
- jullie zouden banen
- zij zouden banen
Conditionalis II
- ik zou hebben gebaand
- jij zou hebben gebaand
- hij/zij/het zou hebben gebaand
- wij zouden hebben gebaand
- jullie zouden hebben gebaand
- zij zouden hebben gebaand
Imperatief
- jij baan
- jullie baant