Vervoeging van beïnkten
Onbepaalde wijs (infinitief): beïnkten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik beïnkt
- jij beïnkt
- hij/zij/het beïnkt
- wij beïnkten
- jullie beïnkten
- zij beïnkten
Onvoltooid verleden tijd
- ik beïnktte
- jij beïnktte
- hij/zij/het beïnktte
- wij beïnktten
- jullie beïnktten
- zij beïnktten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb beïnkt
- jij hebt beïnkt
- hij/zij/het heeft beïnkt
- wij hebben beïnkt
- jullie hebben beïnkt
- zij hebben beïnkt
Voltooid verleden tijd
- ik had beïnkt
- jij had beïnkt
- hij/zij/het had beïnkt
- wij hadden beïnkt
- jullie hadden beïnkt
- zij hadden beïnkt
Toekomende tijd I
- ik zal beïnkten
- jij zult beïnkten
- hij/zij/het zal beïnkten
- wij zullen beïnkten
- jullie zullen beïnkten
- zij zullen beïnkten
Toekomende tijd II
- ik zal beïnkt hebben
- jij zult beïnkt hebben
- hij/zij/het zal beïnkt hebben
- wij zullen beïnkt hebben
- jullie zullen beïnkt hebben
- zij zullen beïnkt hebben
Conditionalis I
- ik zou beïnkten
- jij zou beïnkten
- hij/zij/het zou beïnkten
- wij zouden beïnkten
- jullie zouden beïnkten
- zij zouden beïnkten
Conditionalis II
- ik zou hebben beïnkt
- jij zou hebben beïnkt
- hij/zij/het zou hebben beïnkt
- wij zouden hebben beïnkt
- jullie zouden hebben beïnkt
- zij zouden hebben beïnkt
Imperatief
- jij beïnkt
- jullie beïnkt