Vervoeging van bedonderen
Onbepaalde wijs (infinitief): bedonderen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bedonder
- jij bedondert
- hij/zij/het bedondert
- wij bedonderen
- jullie bedonderen
- zij bedonderen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bedonderde
- jij bedonderde
- hij/zij/het bedonderde
- wij bedonderden
- jullie bedonderden
- zij bedonderden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bedonderd
- jij hebt bedonderd
- hij/zij/het heeft bedonderd
- wij hebben bedonderd
- jullie hebben bedonderd
- zij hebben bedonderd
Voltooid verleden tijd
- ik had bedonderd
- jij had bedonderd
- hij/zij/het had bedonderd
- wij hadden bedonderd
- jullie hadden bedonderd
- zij hadden bedonderd
Toekomende tijd I
- ik zal bedonderen
- jij zult bedonderen
- hij/zij/het zal bedonderen
- wij zullen bedonderen
- jullie zullen bedonderen
- zij zullen bedonderen
Toekomende tijd II
- ik zal bedonderd hebben
- jij zult bedonderd hebben
- hij/zij/het zal bedonderd hebben
- wij zullen bedonderd hebben
- jullie zullen bedonderd hebben
- zij zullen bedonderd hebben
Conditionalis I
- ik zou bedonderen
- jij zou bedonderen
- hij/zij/het zou bedonderen
- wij zouden bedonderen
- jullie zouden bedonderen
- zij zouden bedonderen
Conditionalis II
- ik zou hebben bedonderd
- jij zou hebben bedonderd
- hij/zij/het zou hebben bedonderd
- wij zouden hebben bedonderd
- jullie zouden hebben bedonderd
- zij zouden hebben bedonderd
Imperatief
- jij bedonder
- jullie bedondert