Vervoeging van bedruipen
Onbepaalde wijs (infinitief): bedruipen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bedruip
- jij bedruipt
- hij/zij/het bedruipt
- wij bedruipen
- jullie bedruipen
- zij bedruipen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bedroop
- jij bedroop
- hij/zij/het bedroop
- wij bedropen
- jullie bedropen
- zij bedropen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bedropen
- jij hebt bedropen
- hij/zij/het heeft bedropen
- wij hebben bedropen
- jullie hebben bedropen
- zij hebben bedropen
Voltooid verleden tijd
- ik had bedropen
- jij had bedropen
- hij/zij/het had bedropen
- wij hadden bedropen
- jullie hadden bedropen
- zij hadden bedropen
Toekomende tijd I
- ik zal bedruipen
- jij zult bedruipen
- hij/zij/het zal bedruipen
- wij zullen bedruipen
- jullie zullen bedruipen
- zij zullen bedruipen
Toekomende tijd II
- ik zal bedropen hebben
- jij zult bedropen hebben
- hij/zij/het zal bedropen hebben
- wij zullen bedropen hebben
- jullie zullen bedropen hebben
- zij zullen bedropen hebben
Conditionalis I
- ik zou bedruipen
- jij zou bedruipen
- hij/zij/het zou bedruipen
- wij zouden bedruipen
- jullie zouden bedruipen
- zij zouden bedruipen
Conditionalis II
- ik zou hebben bedropen
- jij zou hebben bedropen
- hij/zij/het zou hebben bedropen
- wij zouden hebben bedropen
- jullie zouden hebben bedropen
- zij zouden hebben bedropen
Imperatief
- jij bedruip
- jullie bedruipt