Vervoeging van bevochtigen
Onbepaalde wijs (infinitief): bevochtigen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bevochtig
- jij bevochtigt
- hij/zij/het bevochtigt
- wij bevochtigen
- jullie bevochtigen
- zij bevochtigen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bevochtigde
- jij bevochtigde
- hij/zij/het bevochtigde
- wij bevochtigden
- jullie bevochtigden
- zij bevochtigden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bevochtigd
- jij hebt bevochtigd
- hij/zij/het heeft bevochtigd
- wij hebben bevochtigd
- jullie hebben bevochtigd
- zij hebben bevochtigd
Voltooid verleden tijd
- ik had bevochtigd
- jij had bevochtigd
- hij/zij/het had bevochtigd
- wij hadden bevochtigd
- jullie hadden bevochtigd
- zij hadden bevochtigd
Toekomende tijd I
- ik zal bevochtigen
- jij zult bevochtigen
- hij/zij/het zal bevochtigen
- wij zullen bevochtigen
- jullie zullen bevochtigen
- zij zullen bevochtigen
Toekomende tijd II
- ik zal bevochtigd hebben
- jij zult bevochtigd hebben
- hij/zij/het zal bevochtigd hebben
- wij zullen bevochtigd hebben
- jullie zullen bevochtigd hebben
- zij zullen bevochtigd hebben
Conditionalis I
- ik zou bevochtigen
- jij zou bevochtigen
- hij/zij/het zou bevochtigen
- wij zouden bevochtigen
- jullie zouden bevochtigen
- zij zouden bevochtigen
Conditionalis II
- ik zou hebben bevochtigd
- jij zou hebben bevochtigd
- hij/zij/het zou hebben bevochtigd
- wij zouden hebben bevochtigd
- jullie zouden hebben bevochtigd
- zij zouden hebben bevochtigd
Imperatief
- jij bevochtig
- jullie bevochtigt