Vervoeging van bijbestellen

Onbepaalde wijs (infinitief): bijbestellen

Vertaling: to reorder

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik bestel bij
  • jij bestelt bij
  • hij/zij/het bestelt bij
  • wij bestellen bij
  • jullie bestellen bij
  • zij bestellen bij

Present

  • I reorder
  • you reorder
  • he/she/it reorders
  • we reorder
  • you reorder
  • they reorder

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bestelde bij
  • jij bestelde bij
  • hij/zij/het bestelde bij
  • wij bestelden bij
  • jullie bestelden bij
  • zij bestelden bij

Simple past

  • I reordered
  • you reordered
  • he/she/it reordered
  • we reordered
  • you reordered
  • they reordered

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bijbesteld
  • jij hebt bijbesteld
  • hij/zij/het heeft bijbesteld
  • wij hebben bijbesteld
  • jullie hebben bijbesteld
  • zij hebben bijbesteld

Present perfect

  • I have reordered
  • you have reordered
  • he/she/it has reordered
  • we have reordered
  • you have reordered
  • they have reordered

Voltooid verleden tijd

  • ik had bijbesteld
  • jij had bijbesteld
  • hij/zij/het had bijbesteld
  • wij hadden bijbesteld
  • jullie hadden bijbesteld
  • zij hadden bijbesteld

Past perfect

  • I had reordered
  • you had reordered
  • he/she/it had reordered
  • we had reordered
  • you had reordered
  • they had reordered

Toekomende tijd I

  • ik zal bijbestellen
  • jij zult bijbestellen
  • hij/zij/het zal bijbestellen
  • wij zullen bijbestellen
  • jullie zullen bijbestellen
  • zij zullen bijbestellen

Future

  • I will reorder
  • you will reorder
  • he/she/it will reorder
  • we will reorder
  • you will reorder
  • they will reorder

Toekomende tijd II

  • ik zal bijbesteld hebben
  • jij zult bijbesteld hebben
  • hij/zij/het zal bijbesteld hebben
  • wij zullen bijbesteld hebben
  • jullie zullen bijbesteld hebben
  • zij zullen bijbesteld hebben

Future perfect

  • I will have reordered
  • you will have reordered
  • he/she/it will have reordered
  • we will have reordered
  • you will have reordered
  • they will have reordered

Conditionalis I

  • ik zou bijbestellen
  • jij zou bijbestellen
  • hij/zij/het zou bijbestellen
  • wij zouden bijbestellen
  • jullie zouden bijbestellen
  • zij zouden bijbestellen

Conditional present

  • I would reorder
  • you would reorder
  • he/she/it would reorder
  • we would reorder
  • you would reorder
  • they would reorder

Conditionalis II

  • ik zou hebben bijbesteld
  • jij zou hebben bijbesteld
  • hij/zij/het zou hebben bijbesteld
  • wij zouden hebben bijbesteld
  • jullie zouden hebben bijbesteld
  • zij zouden hebben bijbesteld

Conditional perfect

  • I would have reordered
  • you would have reordered
  • he/she/it would have reordered
  • we would have reordered
  • you would have reordered
  • they would have reordered

Imperatief

  • jij bestel bij
  • jullie bestelt bij

Imperative

  • you reorder
  • you reorder

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van bijbestellen