Vervoeging van bijschilderen
Onbepaalde wijs (infinitief): bijschilderen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schilder bij
- jij schildert bij
- hij/zij/het schildert bij
- wij schilderen bij
- jullie schilderen bij
- zij schilderen bij
Onvoltooid verleden tijd
- ik schilderde bij
- jij schilderde bij
- hij/zij/het schilderde bij
- wij schilderden bij
- jullie schilderden bij
- zij schilderden bij
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bijgeschilderd
- jij hebt bijgeschilderd
- hij/zij/het heeft bijgeschilderd
- wij hebben bijgeschilderd
- jullie hebben bijgeschilderd
- zij hebben bijgeschilderd
Voltooid verleden tijd
- ik had bijgeschilderd
- jij had bijgeschilderd
- hij/zij/het had bijgeschilderd
- wij hadden bijgeschilderd
- jullie hadden bijgeschilderd
- zij hadden bijgeschilderd
Toekomende tijd I
- ik zal bijschilderen
- jij zult bijschilderen
- hij/zij/het zal bijschilderen
- wij zullen bijschilderen
- jullie zullen bijschilderen
- zij zullen bijschilderen
Toekomende tijd II
- ik zal bijgeschilderd hebben
- jij zult bijgeschilderd hebben
- hij/zij/het zal bijgeschilderd hebben
- wij zullen bijgeschilderd hebben
- jullie zullen bijgeschilderd hebben
- zij zullen bijgeschilderd hebben
Conditionalis I
- ik zou bijschilderen
- jij zou bijschilderen
- hij/zij/het zou bijschilderen
- wij zouden bijschilderen
- jullie zouden bijschilderen
- zij zouden bijschilderen
Conditionalis II
- ik zou hebben bijgeschilderd
- jij zou hebben bijgeschilderd
- hij/zij/het zou hebben bijgeschilderd
- wij zouden hebben bijgeschilderd
- jullie zouden hebben bijgeschilderd
- zij zouden hebben bijgeschilderd
Imperatief
- jij schilder bij
- jullie schildert bij