Vervoeging van binnenglippen
Onbepaalde wijs (infinitief): binnenglippen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik glip binnen
- jij glipt binnen
- hij/zij/het glipt binnen
- wij glippen binnen
- jullie glippen binnen
- zij glippen binnen
Onvoltooid verleden tijd
- ik glipte binnen
- jij glipte binnen
- hij/zij/het glipte binnen
- wij glipten binnen
- jullie glipten binnen
- zij glipten binnen
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben binnengeglipt
- jij bent binnengeglipt
- hij/zij/het is binnengeglipt
- wij zijn binnengeglipt
- jullie zijn binnengeglipt
- zij zijn binnengeglipt
Voltooid verleden tijd
- ik was binnengeglipt
- jij was binnengeglipt
- hij/zij/het was binnengeglipt
- wij waren binnengeglipt
- jullie waren binnengeglipt
- zij waren binnengeglipt
Toekomende tijd I
- ik zal binnenglippen
- jij zult binnenglippen
- hij/zij/het zal binnenglippen
- wij zullen binnenglippen
- jullie zullen binnenglippen
- zij zullen binnenglippen
Toekomende tijd II
- ik zal binnengeglipt zijn
- jij zult binnengeglipt zijn
- hij/zij/het zal binnengeglipt zijn
- wij zullen binnengeglipt zijn
- jullie zullen binnengeglipt zijn
- zij zullen binnengeglipt zijn
Conditionalis I
- ik zou binnenglippen
- jij zou binnenglippen
- hij/zij/het zou binnenglippen
- wij zouden binnenglippen
- jullie zouden binnenglippen
- zij zouden binnenglippen
Conditionalis II
- ik zou zijn binnengeglipt
- jij zou zijn binnengeglipt
- hij/zij/het zou zijn binnengeglipt
- wij zouden zijn binnengeglipt
- jullie zouden zijn binnengeglipt
- zij zouden zijn binnengeglipt
Imperatief
- jij glip binnen
- jullie glipt binnen